Friday, October 24, 2008

Oud en Nieuw

Het is oktober, een dag na Vera's verjaardag. Het begin van een nieuw levensjaar voor onze grote meid. We zijn met de kerk en dus ook met het jeugdwerk weer een paar weken onderweg. En dan bezig met plannen maken voor dit seizoen en deze uitvoeren. Maar ook met plannen voor de toekomst.

Nog een paar weken en dan is het weer oud en nieuw. Voor je het weet krijg je op de televisie weer allerlei terugblikken en gaan we weer nadenken over het nieuw jaar. Goede voornemens: wat ging er afgelopen jaar fout en gaan we nu beter doen? Met welke gewoontes gaan we stoppen en met welke nieuwe gaan we beginnen?

Mijn vorige werkgever had een verschoven boekjaar. Dat liep van 1 juni tot 31 mei. Dus 31 mei hadden we oud jaar en ergens in juni een “kick-off”. Dat was dan het moment om de focus op de markt te verleggen, afdelingen te splitsen, andere samen te voegen.

Zo hebben we meerdere momenten in het jaar om over nieuw te beginnen. Stil staan en na denken over de afgelopen tijd plannen en ideeen verzinnen over de komende tijd. Ondertussen gaan we vaak op dezelfde voet verder. Vervallen we in oude gewoonten, blijken nieuwe plannen toch niet zo goed te werken of lopen we tegen andere zaken aan. Het nieuwe jaar is niet heel veel anders als het oude.

Zelf vind ik het prettig om regelmatig overnieuw te beginnen. Ik werk project-matig bij klanten. Het is lekker om soms een oude klant achter je te laten en met een schone lei aan een nieuwe klus bij een nieuwe klant te werken. Nieuwe mensen te leren kennen. Jammer, is dan ook wel dat je vaak leuke mensen moet achterlaten, waar je het goed mee kon vinden en goed mee kon samenwerken. De overstap naar een nieuwe werkgever brengt dat ook met zich mee. Maar je kunt bij je nieuwe klant of werkgever weer overnieuw beginnen zonder de balast van je vorige klant of werkgever. Aan een nieuw systeem werken zonder dat je nog steeds wordt lastig gevallen met vragen van het oude systeem waar je jaren geleden aan gewerkt hebt.

Ik realiseerde me de laatste tijd eigenlijk dat we ook zo tegen de Here God en zijn werk aan kijken. Wij mensen hebben het verbruid in de Hoftuin. Dus moesten we daarbuiten overnieuw beginnen. Vervolgens werd het weer een zooitje dus spoelde God de aarde schoon en begon met Noach overnieuw. Met Abraham begon Hij een nieuwe lijn en tsja, dat leek ook niet zo'n succes. Via een aantal richters komen we uit bij David. Misschien dat een koning wat is? Maar ook de koningen konden Gods volk niet bij de les houden. Dus begon God weer overnieuw door zijn Zoon te sturen. Zijn offer heeft de vloek op de schepping te niet gedaan. Onze zonden zijn vergeven. Via Hem kunnen we weer tot God komen. Althans, dat deel van de mensheid dat Hem aanneemt. Zou het nu wel gaan lukken? We zien er nog niet veel van. Er komt steeds meer ellende in de wereld. Het wereldnieuws maakt ons attent op terrorisme, tsunami's, wereldwijde economische crises, etc. Het lijkt wel steeds meer te worden. Maar gelukkig zijn dat de 'tekenen des tijds' dat Jezus terug gaat komen. En dan wordt alles nieuw. Dan krijgen we de nieuwe hemel en aarde.

Dat woordje nieuw daar zit ik toch wel mee. Dat heb je (hopelijk) in de lijn van mijn bovenstaande verhaal kunnen lezen. De vorige paragraaf is wel ietwat ironisch, excuus als ik het wat te scherp voor je uittekende.

Eerder heb ik wel eens een opmerking gemaakt over de Nieuwe hemel en aarde in Openbaringen 21. Laatst ging ik me afvragen hoe het nu zit met het nieuwe verbond. In Lukas 22:20 spreekt hij van de beker die wordt uitgegoten, dat die het nieuwe verbond is dat door Zijn bloed gesloten wordt. Wat, gaat God daar met Jezus overnieuw beginnen? Een nieuw verbond? En het oude dan? Jezus zei toch dat die niet had afgedaan?. Dus ik heb het maar eens opgezocht. En Jezus blijkt het te hebben over 'kainè diathèkè'. Diathèkè is een inwendige orde, gesteldheid of een regeling, verbond of een beschikking, testament. Dus dat zit wel goed. 'Kainè' betekent inderdaad 'nieuw'. Net als het woordje 'Neos'. Maar er is ook een werkwoord met 'Kainè' verband houd ''Kaino-oo'. En dat betekent: nieuw-maken, veranderen, zich vernieuwen: revolutionair zijn. 'Kainè' betekent denk ik nieuw vooral in de betekenis van 'vernieuwd'. Dat zie je ook terug in de (ver-)nieuw(d)e hemel en aarde van Openbaringen 21.

Wanneer ik lees over een 'vernieuwd verbond' en ook de 'vernieuwde hemel en aarde', dan lees ik daarin een plan van de Here God die ergens begint en dat werk niet 'laat varen' totdat het voltooid is. Dat plan heeft een aantal fases (het lijkt een beetje op de 'waterval-methode' in de IT). En elke fase is nodig voor de volgende fase, maar elke fase heeft zijn eigen karakteristieken. En dat mondt uit in een slot fase waarin alles voor iedereen in orde komt in God.

Misschien denk je: wat een gezever over een woordje. Is dat nu zo belangrijk? Mijn redding hangt er gelukkig niet vanaf. Die van jou of u hopelijk ook niet. Maar het is volgens mij wel belangrijk als je theologie er op gebaseerd is. Als die gebaseerd is op een beeld van God die steeds “opnieuw begint”. Maar voor mij persoonlijk hangt mijn beeld van God en hoe Hij met zijn schepping er van af. En ik zal het maar bekennen: ik heb meer met een beeld van God die doet wat Hij zegt en belooft en die ergens aan begint om het tot het ultieme einde te leiden.

Zo blijven volgens mij ook de beloften aan Israel overeind. Dat volk waarvan God zelf zegt dat ze tot zegen voor de volken zullen zijn. Het herstel van Israel is denk ik een teken zijn, een voorbode van het herstel van de volken. Volgens de NBG staat in Rom. 10:4 dat Jezus het einde van de wet/thora is. Tot gerechtigheid van een ieder die gelooft. In de NBV heeft men het gelukkig wat beter vertaald. In plaats van einde staat het woordje Thelos: Doeleinde. Jezus is het doel van de Thora. Op Hem loopt het uit. Hij is zogezegd een nieuwe fase. Waarin volgens mij ook Israel tot haar doel komt. En zoals de opstanding voorbode is van het herstel van Israel, is het herstel van Israel de voorbode van het herstel van de mensheid.

God is geen Nederlandse verkeers-minister met proefballonnetjes. Maar een God die doelbewust zijn plannen ten uitvoer brengt. En daar word ik nou enthousiast van.

Groet,
Martien

Wednesday, August 13, 2008

Beta-kanon

Een paar jaar geleden las ik het geweldig spannende boek "De vuist van God" van Frederic Forsyth. In het verhaal wordt een gigantisch kanon gebouwd. In een tijd dat de electronen kanonnen in beeldschermen plaats maken voor plasma en vloeibare kristallen en na een gevecht van verscheidene historische figuren in de geschiedenis canon, brengen Fokke en Sukke hun Beta-canon uit. De on-line beta-versie is te zien op http://www.foksuk.nl/betacanon. Geweldig!

Monday, August 11, 2008

200110-Vrij vrij veilig?

Ik las zojuist op goedbericht.nl (http://goedbericht.nl/blog2/?p=310) een artikel over de GayPride. Een goede en juiste analyse denk ik. Het deed me denken aan een uitspraak van Dries van Agt die zei dat wij Christenen intolerant worden genoemd jegens de Homo-sexuele medemens, maar dat hij de mensen achter Gay-pride juist ook intolerant vond, omdat zij de gaypride opdrongen. Immers, je moet als eventueel toevallige voorbijganger wel kijken. (Ik hoop dat ik hem correct aanhaal).

Het deed me echter ook denken aan een artikel dat ik in oktober 2001 schreef.

Een gewaagd onderwerp deze keer. De laatste tijd zit ik nog al te filosofuleren over vrij veilig vrijen. Van de zomer was in het nieuws dat de Nederlandse jongere minder doet aan ‘veilig vrijen’, maar uiteraard niet minder aan vrijen. Vandaar dat er weer een reclame campagne van stichting SOA tegenaan wordt gegooid. Hartstikke goed natuurlijk dat men zich zo’n zorgen maakt over de Nederlanse jongere. Toch ben ik niet zo enthousiast over deze reclames. Waarom dan niet? Die reclames zijn toch goed? Nou, goed bedoeld wel. Waar ik echter moeite mee heb is het verhaal op de achtergrond. Ik hoor er sterk de gedachte in: sex moet kunnen, sex moet mogen, iedereen heeft recht op sex, geniet er van zo vaak je wilt en met wie je wilt, maar doe het alsjeblieft wel veilig. Sex is inderdaad iets moois, iets prachtigs, je mooiste, diepste intimiteit delen met dat van de ander. Alleen in de SOA-reclames wordt dit gedegradeerd tot het culinaire niveau van een Big Mac. Errug lekker overigens, zo op zijn tijd, maar het haalt het toch niet bij een diner voor twee met een goed glas wijn bij bijvoorbeeld La Promenade.

In de Viva van begin september schreef een meisje: ‘Het licht erg voor de hand om veilig te vrijen, want iedereen weet dat het zo hoort. Alleen heeft iedereen het wel eens onveilig gedaan, denk ik. Ik heb het zelf ook een keer zonder condoom gedaan en ik slikte de pil ook nog eens niet regelmatig...’ Als je verschillende verhalen hoort uit de maatschappij dan merk je dat dit niet eens echt een geval op zich is. Het is echt de tijdgeest.

Ik geloof niet zo in het soort veilig vrijen van st. SOA. Het is niet echt veilig, niet meer dan vrij (tamelijk) veilig. Je kunt je wapenen tegen de lichamelijke risico’s van het sexuele contact. Al is ook een condoom niet voor de volle 100% veilig. Maar sexueel contact is meer dan het lichamelijke. Je geeft immers het diepste intieme van jezelf weg. Het is niet iets dat je na een aflopende relatie terug kan nemen zoals een kettinkje met je naam er op en dat je vervolgens aan een ander kan geven.

Waar ik in geloof? ‘I believe in sex. I believe in sex as much as possible. I believe in sex as often as possible. I believe in sex as much and as often as possible... but not before marriage!’ Zo begon de takke-herrie-band ‘No Longer Music’ (ze deden hun naam eer aan) in ’91 het nummer ‘No sex before marriage’. Hun show zette wel aan tot nadenken.

Iedereen kent natuurlijk de tekst ‘Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en zij zullen tot één vlees zijn.’ (Gen. 2:24). Ik ben geen theoloog, maar deze tekst zegt als eerste iets over de huwelijkse relatie tussen man en vrouw. Aangezien er niet iets staat over een huwelijks-ceremonie, ben ik geneigd te concluderen dat de huwelijkse relatie begint bij het verlaten van je ouderlijk huis en het beginnen met het intieme contact met je partner. Ietwat cru gezegd: ‘Het huwelijk begint bij sex in plaats van wachten met sex voor je huwelijk’. Een wat gewaagde en wellicht ietwat uit het verband gelichte conclusie.

Astrid kwam jaren geleden eens op de EO jongerendag een jongedame van de organisatie ‘Ware liefde wacht’ tegen die haar vroeg een papier te tekenen waarmee ze verklaarde voor het huwelijk niet met iemand naar bed te gaan. De dame was nog vrij jong en inmiddels getrouwd, maar had voor haar huwelijk nog maar een half jaar een relatie. Erg opmerkelijk vind ik. Astrid tekende niet omdat ze zich kon voorstellen dat als je de ‘ware’ vindt het naar verloop van tijd er moeilijk wordt om te wachten.

Ikzelf heb een aantal relaties gehad voor ik Astrid leerde kennen. Gedurende een relatie groei je naar elkaar toe, je praat veel met elkaar en knuffelt ook wat met elkaar. Als het dan onverhoopt uitgaat en je vindt een nieuwe relatie dan is het lastig om weer helemaal op nieuw te beginnen. Je hebt dan toch bepaalde verwachtingen van een relatie. In mijn koffiebar tijd heb ik, net als veel van mijn vrienden denk ik, nagedacht over hoe je als Christen tegen sexualiteit aan kijkt. Het was ook toen wel raar dat je anderhalf jaar verkering had zonder met elkaar naar bed te gaan. Helemaal dat je als 19 jarige ‘het’ nog nooit had gedaan.

Toch vind ik het verstandig en belangrijk om te wachten tot je de partner vindt waar je uiteindelijk je leven mee wilt delen (en waarvan je weet dat hij of zij dat ook met jou wilt). Ik vind het zelf niet zo belangrijk dat je ook wacht tot je getrouwd bent (is natuurlijk altijd beter), maar wel dat je ervoor zorgt dat het niet per ongeluk gebeurt (inderdaad, het komt voor). Het is te mooi om het op een onbewaakt moment te laten gebeuren. Spreek daarom met elkaar een moment af en maak dat moment dan extra speciaal. Ik geloof dus wel in sex binnen een relatie die leidt tot een huwelijk. Ik geloof dus wel in veilig vrijen, maar dan volgens de spreuk ‘Vrij veilig, blijf trouw’.

Groet,
Martien van den Akker.

God’s Kroonjuwelen

In mijn koffiebartijd dacht ik eens na over waarom ik Christen ben. Over wat mijn motivatie is om in Jezus te geloven. Is dat om in de hemel te komen? Is dat mijn doel? Ik vond dat nogal beperkt of, kort door de bocht, egoïstisch misschien zelfs.

Laatst vroeg ik deze vraag op catechisatie eens andersom: “Hoe kom je in de hemel?”. Het antwoord was: “Door in Jezus te geloven, dat Hij voor je zonden gestorven is”. En ik vraag me dan af: “Is dat nu het enige?”. Begrijp mij goed: er is maar één manier om tot God te komen en dat is door Jezus. Ik ga hier niet beweren dat er een andere manier is om gered te worden.

Soms hoor je wel eens dat een vrouw van laten we zeggen 23 jaar, een rijke stinkerd trouwt van zo’n 53 jaar. Zo’n kerel die haar vader had kunnen zijn. Van die kerel zeg je dat hij het goed voor elkaar heeft. Van die dame zeg je dan dat ze hem om zijn geld trouwt. Daar zit met mijn vraagstelling misschien wel de crux. Waar gaat het ons om bij God? Gaat het ons om God of om wat Hij ons geeft: het eeuwige leven?

Ik kwam destijds tot de conclusie dat het in “de hemel-komen” voor mij te weinig is. Ik had de neiging om het om te draaien: God is het zelf waard om voor te gaan! Een relatie met Jezus heeft zin, toegevoegde waarde, voor dit leven. En als ik daar dan nog een volgend leven bij krijg dan is dat mooi, maar dan wel in relatie met Hem. En dan kom ik dus eigenlijk uit op Psalm 84:

10 God, ons schild, zie naar ons om,

sla goedgunstig het oog op uw gezalfde.

11 Beter één dag in uw voorhoven

dan duizend dagen daarbuiten,

beter op de drempel van Gods huis

dan wonen in de tenten der goddelozen.

Want al zou je een eeuwig leven in een hemel-soortig verblijf hebben, wat zou dat als het zonder God is? Andersom al zou je een eeuwig leven in de hemel hebben, maar je hebt geen relatie met God hoe zou je daar dan kunnen verblijven? Dan lijk ik te neigen naar het min of meer Arminiaanse Eindtijd beeld dat ik vroeger had. Namelijk dat als je in dit leven niet met God kunt of wilt leven, hoe zou je dat dan in een volgend leven kunnen? Dan kan dat volgende leven er misschien maar beter niet zijn. Oh, wat zeg ik nou?

Maar gelukkig staat in Johannes 3:

14 De Mensenzoon moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhooggeheven heeft, 15 opdat iedereen die gelooft, in hem eeuwig leven heeft. 16 Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. 17 God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door hem te redden.

Nu moet ik zeggen dat het hier volgens mij niet helemaal optimaal is vertaald. Zo wordt hier gesproken over de wereld. Daar gaat iets negatiefs vanuit. Dat verwijst naar de ellende die wij er van gemaakt heeft. Het boze dat wordt geregeerd door de Satan. Maar het grondwoord is Kosmos. En kosmos betekent oorspronkelijk ook “Sieraad”. Ons woord “cosmetica” komt daar ook vandaan. En een Sieraad is iets moois, iets dierbaars. En wat is dat van God? Is dat de narigheid van deze wereld? Zijn alleen wij mensen dat? Volgens mij is Gods sieraad de hele schepping. Hij wil zijn geliefde schepping redden. En daar valt wel wat aan te redden en dat gaat denk ik verder dan alleen ons mensen. Wat ik bijvoorbeeld heel bijzonder vind is dat Johannes het in Openbaringen 21 heeft over een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Het woord voor nieuw daar (kainos) is gerelateerd aan het werkwoord voor vernieuwen (kainoöo), dus kun je ook zeggen: vernieuwde hemel en aarde. Misschien kun je het hier ook hebben over de “wederopstanding” van de hemel en aarde. Net als dat Jezus na zijn opstanding ook een nieuw/vernieuwd lichaam kreeg, maar nog steeds dezelfde is. Want als God nu zijn schepping wil redden, waarom dan het oude weggooien en een nieuwe maken? Waarom wacht Hij daar dan zolang mee en deed hij dat niet al veel eerder bij Noach, Abraham of Mozes? Ik denk dus dat Hij deze hemel en aarde vernieuwt, opkalefatert. En er valt zeker wel wat te repareren, schoon te maken en verspijkeren, maar dan heb je ook wat.


Maar het gaat niet alleen om de aarde: ook de hemel wordt genoemd. Dat vind ik opvallend, want daarbij hebben we toch het beeld van groene weiden, warme stranden, mooie bomen en liefelijke muziek (bijvoorkeur iets van Jean Michel Jarre, the Art of Noise, Andreas Vollenweider of Mike Oldfield….)? Maar nee, blijkbaar is de hemel ook aan metamorfose toe, nieuwe kleurtjes en/of een herindeling. Ik weet niet of het er wat mee te maken heeft, maar waren de Satan en zijn kornuiten niet opstandige engelen die uit de hemelse gewesten zijn verwijderd? Zouden die nog rommel hebben achter gelaten?

Kortom de hele schepping is aan een vernieuwing toe. Dat lijkt me ook wel duidelijk als je in de wereld om je heen kijkt en bijvoorbeeld zo’n stormachtige dag als afgelopen donderdag (18 januari 2006) mee maakt.

De schepping, dat omvat de hemel en de aarde, de bloemen en de planten, de dieren en natuurlijk de mens, die we beschouwen als de kroon op de schepping. Maar hoewel die mens speciaal is voor God, reikt zijn verzoenende werk verder.

Dat woordje ‘verzoening’ vind ik ook een sleutelwoord. Want op de bewuste catechisatieavond hadden we het over Zacheüs. En Zacheüs liet een ommezwaai zien. Jezus noemde hem en zijn huis in Lucas 19 “gered”:

9 Jezus zei tegen hem: ‘Vandaag is dit huis redding ten deel gevallen, want ook hij is een zoon van Abraham. 10 De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was.’

Ook hier staat dat Jezus gekomen is om het verlorene te redden. Dat verlorene wordt meestal op mensen teruggekoppeld en dat is niet onwaar, maar die beperking lees ik hier niet. Bij Zacheüs bleef het ook niet bij geloven. Hij liet zich verzoenen met Jezus en met God, hij kreeg een relatie. En vanuit die relatie, die verzoening veranderde hij zijn leven. Niet andersom. Het gaat Jezus en God de Vader volgens mij om die verzoening. Die verzoening met ons en met de rest van de schepping.

Tsja”, vraag je dan misschien: “en wat dan met diegenen die zich niet laten verzoenen?” Dan vraag ik me af: wanneer stopt Jezus met zoeken? Als Hij terug komt? Dat is wat de meeste Christenen geloven. Of zoekt Hij in de tijd van Openbaringen 21 en 22 verder?

Zijn kroonjuwelen zijn het Hem waard om een extra mijl te gaan, en nog een, en misschien wel nog een… Tot dat Hij net als de weduwe van de 10 penningen (waar ze vermoedelijk haar sluier mee versierd had) de laatste vermiste gevonden heeft.

Groet,
Martien

Martien en het Hoeksteen misterie

Een dwaas man bouwde zijn huis op het zand en een wijs man bouwde zijn huis op een rots. Jezus is de Rots waar we ons leven op moeten bouwen. Larry Norman, helaas hij is niet meer, zong “Jesus is the Rock that doesn't Roll”.

In Psalm 118:22 wordt Jezus aangekondigd als de een hoeksteen:

22 De steen die de bouwers afkeurden

is een hoeksteen geworden.

En in Jesaja 28:16:

16 Maar dit zegt God, de HEER:

Ik leg in Sion een fundament

met een uitgelezen grondsteen, een kostbare hoeksteen.

Wie zijn vertrouwen daarop grondvest,

hoeft geen andere toevlucht te zoeken.

Ik raak hier een beetje in verwarring. Het is een tekst waar ik als Beta-man altijd al mee heb geworsteld. Mijn ruimtelijk inzicht komt hier mee in de knoop. Nu heb ik geen inzicht in de oud-testamentische bouwkunde. Maar de meeste gebouwen die ik ken zijn recht-hoekig. Ik heb in 2001 een paar maanden bij Das Rechtsbijstand in Amsterdam Zuid-oost gewerkt. Daar hebben ze een gebouw met een honingraat opbouw. In dat gebouw raak je de eerste tijd steeds de weg kwijt. Want door de verschillende hoeken raak je steeds je orientatie kwijt. Ik heb begrepen dat dezelfde architect ook een gebouw van Ing heeft ontworpen, waar het nog lastiger is.

We kennen ook arena's, zoals die in Amsterdam-Zuid-Oost. Die zijn ovaal-vormig. Dus helemaal geen hoeken. Maar als je het hebt over een hoeksteen waar een gebouw op rust, kom ik toch op een rechthoekig gebouw uit. En dan zit ik met 4 hoeken. Welke hoek draagt nu het hele gebouw?

Deze zelfde teksten in Psalm 118 en Jesaja 28 worden ook aangehaald door Paulus in Efeziers 2:20:

19 Zo bent u dus geen vreemdelingen of gasten meer, maar burgers, net als de heiligen, en huisgenoten van God, 20 gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, met Christus Jezus zelf als de hoeksteen. 21 Vanuit hem groeit het hele gebouw, steen voor steen, uit tot een tempel die gewijd is aan hem, de Heer, 22 in wie ook u samen opgebouwd wordt tot een plaats waar God woont door zijn Geest.

En door Petrus in 1 Petrus 2:7:

6 In de Schrift staat immers: ‘In Sion leg ik een hoeksteen die ik heb uitgekozen om zijn kostbaarheid; wie daarop vertrouwt, komt niet bedrogen uit.’ 7 Kostbaar is hij voor u, die erop vertrouwen. Voor wie er niet op vertrouwen, geldt echter: ‘De steen die de bouwers afkeurden is de hoeksteen geworden.’ 8 En: ‘Het is een steen waarover men struikelt, een rotsblok waaraan men zich stoot.’ Zij struikelen omdat ze Gods woord niet gehoorzamen, daartoe zijn ze bestemd.

Hier wordt het interessant. Want wat voor woorden gebruiken Paulus en Petrus?

Paulus heeft het over een: akro-gooniaiou. Het is dus een woord dat uit twee delen bestaat: Akro en Gooniaiou. Goonia betekent “hoek”. We komen het zelfde woord bijvoorbeeld tegen in Goneometrie en (echt waar!) in knie (onze knie is immers ook de hoek van ons been).

Maar Akro betekent niet steen. We vinden Akro in het woord “Akro-polis” wat “hoogste deel van een stad of Boven Stad” betekent. Akros is in vertikale zin top, of uitstekend in de zin van hoger dan de rest. In horizontale zin betekent het overigens ook vooruitstekend, maar daar zie ik geen hoek van een gebouw in.

Paulus heeft het hier volgens mij dus over een Top hoek. Met de apostelen als fundament en de gemeente daar tussen.

En Petrus dan? Waar de NBV begint met “hoeksteen” staat eigenlijk Lythos. Dat kennen wij weer van Lythografie: steen druk kunst (of eigenlijk steen-schrijven). Maar daar waar staat “is de hoeksteen geworden” staat: “kefalen goonias”. Kefaleh betekent “hoofd, of kop”. Maar in overdrachtelijke zin ook voltooiing of kroon. En we zien er weer de hoek in “goonias”. Ook hier weer hoofd hoek.

Paulus schrijft dat het fundament van het gebouw bestaat uit de apostelen en profeten. Met Christus Jezus als hoeksteen. Dat suggereert dat Jezus onderdeel uitmaakt van het fundament. Maar dat hoeft uit de tekst niet te blijken. Gezien de betekenis van de woorden ben ik geneigd te concluderen dat Jezus de Top van het gebouw is, die het gebouw bij elkaar houdt.

Belangrijk? Nou misschien niet. Of toch wel als je aan plaatsbepaling doet: wat betekent Jezus nu voor jou en voor de gemeente? En welke plaats hebben de hedendaagse apostelen? Voor mij wordt er wel weer een en ander wat duidelijker. Petrus reageert hier mogelijk op de gedachte dat Jezus hem de rots noemde waarop Hij de gemeente zou bouwen. Paulus breidde dat blijkbaar uit tot de apostelen.

Als ik dat naar onze tijd vertaal dan zou je misschien kunnen zeggen dat de kerkenraad de gemeente draagt. Daar zit een dienend karakter in. Een manager in een bedrijf moet er voor zorgen dat zijn medewerkers hun werk kunnen doen. Veel “old-school” managers zijn vaak uit op hun sociaal-maatschappelijke-zelfbevrediging. Maar eigenlijk is een manager dus dienend. Voorwaarden scheppend zodat medewerkers zich goed voelen, de juiste spullen hebben etc. om hun werk goed te doen.

Evenzo de Kerkenraad. Een ouderling of diaken zijn doe je niet voor je Sociaal-kerkelijke-status. Het is een dienende taak. Voorwaarden scheppend om de gemeente optimaal te laten functioneren. Dat ieder zijn plekje heeft en tot zijn recht komt.

De Here Jezus is daarbij het Hoofd van de Gemeente, Zijn Lichaam. Dus ook weer boven aan. Hij houdt het gebouw bij elkaar, is in het Lichaam aansturend.

In het menselijk lichaam is het hoofd het lichaamsdeel dat het hele lichaam aanstuurt. Meer specifiek: de hersenen sturen het zenuwstelsel aan. Dat zenuwstelsel brengt al die signalen via zenuw-banen naar de spieren en brengt informatie signalen van onze sensoren (ogen, neus, smaakpapillen, huid, etc.) via datzelfde stelsel weer terug. Waarop het hoofd dan weer kan reageren. Ik heb wel eens verondersteld dat in dat metafoor de taak van de Heilige Geest geillustreerd kan worden door het zenuwstelsel. De Heilige Geest is het Zenuwstelsel van het Lichaam waar Christus het Hoofd van is. Zo kan het zijn dat twee broeders en/of zusters door de Heilige Geest dezelfde gedachten krijgen, of de een brengt een bloemetje langs op het moment dat die ander dat nu net nodig heeft.

Terug naar de hoeksteen-metafoor. Ik zit er nog een beetje mee dat Paulus schrijft dat vanuit Jezus het gebouw steen voor steen groeit. Als ik Top-Down, van boven naar beneden, redeneer dan klopt het wel. Maar ik zie bouwers eigenlijk nooit vanuit de lucht naar de aarde bouwen....

Ik vraag me trouwens ook af waar die metafoor vandaan komt. Opmerkelijk is het dat er in het verleden onderzoek is gedaan naar de grote Piramide van Geseh. Deze mist ook zijn top hoek steen. Ik veronderstel dat deze ooit wel gemaakt is maar om wat voor reden dan ook verloren is geraakt. Misschien wel omdat hij niet paste? Afgekeurd is door de bouwlieden? Mozes, die opgeleid was aan het Egyptische hof zal vast toegang hebben gehad tot de Bibliotheek van Alexandrië. Hij heeft de eerste vijf boeken van de bijbel geschreven waarin een wonderlijke wijsheid aan de dag wordt gelegd die ook in de moderne tijd nog geldig is. Waarvan we in onze tijd de technisch inhoudelijke waarheden ontdekken. Ik veronderstel ook dat deze kennis is meegenomen naar de bilibliotheken van de universiteiten van Jeruzalem. David zal daar vast ook uit hebben kunnen putten. Trouwens, de piramides van Egypte zijn niet alleen nu een begrip: de Egyptenaren zullen vermoedelijk ook geen kans hebben laten glippen om met hun piramides hun bouwkundige superioriteit bij de omwonende volken onder de neus te wrijven... Dus zou het kunnen zijn dat David aan die piramide dacht? Misschien wel een ingeving van de Heilige Geest die wellicht ook de ontwerp-plannen van diezelfde Piramide heeft beinvloed?

Ach, ik weet het: allemaal veronderstellingen. Sorry, ik vind het wel grappig daarover te gissen. Hoe het ook zij, uiteindelijk denk ik dat ik Jezus een plaats boven aan moet geven. In alles zie je dat Jezus verhoogd moet worden. Zoals we dat ook in Efeziers 2:9 lezen. Immers God geeft hem een Naam boven alle naam. Het is goed en belangrijk om te beseffen dat Hij het is die ons via zijn Heilige Geest samen bindt. God zet Zijn Top Stuk boven op Zijn gebouw, Zijn Tempel. De Kroon op de Schepping, de ultieme cosmetica (sieraad) op zijn cosmos (schepping, sieraad).

En misschien mogen we nog mee maken dat ook de grote piramide van Geseh zijn top hoek steen nog terug krijgt. Misschien wel als Jezus terukomt?

Groet,
Martien van den Akker

Wednesday, July 9, 2008

De Herintredende Apostel

Het hele paasverhaal is een boeiend geheel. We kennen natuurlijk het laatste avondmaal, het verraad, het proces, de kruisiging en de opstanding en daarna de verschijningen. Vanuit de traditie kennen we ook de uitleggingen en de betekenissen van deze verhalen. Er is echter een verhaal waar ik vroeger niet zoveel mee kon, maar wat me wel intrigeerde. Het is het verhaal van de herintredende apostel. Ik heb er al meerdere keren bijbelstudie over gegeven, in verscheidene situaties, maar ik heb het tot nog toe nog niet in een verhaal gegoten. En ik wil het je niet onthouden. Het verhaal is misschien wat mistig, maar de wijsheid ligt aan de oppervlakte (zei hij filosofisch).

Petrus had met grote mond verkondigd dat hij Jezus niet in de steek zou laten. Maar integendeel, hij verloochende Hem driemaal. Het is uit denk je dan, Petrus heeft afgedaan. En inderdaad, zelf dacht hij ook zo en hij ging samen met de anderen maar weer vissen. Nadat bij het meer van Tiberias de wonderbare visvangst had plaats gevonden en Petrus door had dat het Jezus was daar op het strand, wist hij niet hoe snel hij bij Jezus moest komen. Zodat hij over boord sprong en door het water naar Hem toe ging. Toch vraag ik me af of hij zich wel echt op zijn gemak voelde tijdens de maaltijd. Zou hij zich niet toch stilletjes afvragen hoe Jezus over hem dacht?

In elk geval vroeg Jezus aan Petrus drie keer of hij van Hem hield. Petrus gaf Hem drie keer een bevestigend antwoord. En na elk antwoord gaf Jezus hem een opdracht. In de uitleggingen die ik heb gehoord over dit verhaal, voor zover een dominee er zich aan waagde, werd gezegd dat er drie vragen werden gesteld omdat Petrus Jezus drie keer verloochend had. Ik geloof daar niet zo in. Als je van iemand drie tientjes leent, moet je hem drie tientjes betalen, zoveel is me wel duidelijk, maar dat gaat hier niet zo op. De verloochening weegt mijns inziens toch wel erg zwaar. In elk geval woog het zwaar op Petrus ’hart. En het gaat volgens mij al helemaal niet op omdat Jezus niet 3 keer precies hetzelfde vraagt! Jezus vraagt het volgende:

  1. Simon, zoon van Johannes, hebt gij mij waarlijk lief meer dan dezen?

  2. Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij waarlijk lief?

  3. Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij lief?

Ik kwam het eens tegen in mijn bijbelse encyclopedie (klinkt duur). Jezus vraagt twee keer 'hebt gij mij waarlijk lief?' en een keer 'hebt gij mij lief?'. Er zijn in het Grieks echter drie worden voor Liefde. Namelijk:

eros

: zinnelijke, hartstochtelijke liefde

philia

: spontane genegenheid, hartelijke liefde of vriendschap

agapè

: bewuste, gewilde en gevende liefde.

Van het woord eros komt ons woord voor erotiek, maar dit woord komt in het nieuwe testament niet voor. De agapè liefde is de liefde van iemand die zich zelf geeft voor de ander. Philia is de liefde die spontaan in mensen op komt. Als je iemand aardig vindt, als het 'klikt'. Voor agapè is meer nodig, bijvoorbeeld als je een zwerver meeneemt voor een kop koffie. Of als je je leven geeft voor die ander.

Dus toen Jezus vroeg of Petrus van Hem hield met de woorden 'hebt gij mij waarlijk lief', gebruikte Hij het woord agapè, of te wel 'zou je voor Mij door het vuur gaan?'. Je begrijpt, Petrus voelde zich wel zitten. Natuurlijk hield hij van Hem, maar hij heeft met zijn grote mond Jezus wel behoorlijk laten zitten. Dus dat antwoordde hij dan ook en gebruikte daar bij het woord Philia, de 'lagere' variant. Jezus voelde dit natuurlijk ook wel en ik denk dat je kunt zeggen dat Hij Petrus uitdaagde. Zo ging het twee keer maar de derde keer kwam Jezus Petrus tegemoet en gebruikte ook het woord Philia. Jezus begreep ook wel wat Petrus voelde en dat Petrus wel wilde maar voelde dat hij niet voor zichzelf kon instaan. Laat staan voor Jezus. Het is dus niet dat Petrus 3 keer moet betalen omdat hij 3 keer in de fout ging. Het laat denk ik meer zien dat Jezus ons zo geweldig goed doorziet en dat Hij Petrus voorzichtig wilde laten zien waar de sandaal wrong.

Waarom Jezus nu in die volgorde en op dat moment de drie opdrachten aan Petrus gaf weet ik niet, precies. Vermoedelijk was dit het moment van Jezus om Petrus er weer bij te betrekken. Petrus voelde zich op dat moment vermoedelijk bijzonder afhankelijk van Jezus. En dat is het moment om een taak te krijgen.

Maar wat voor opdracht had Jezus voor ogen? Hij zegt namelijk:

  1. Weid mijn lammeren

  2. Hoed mijn schapen

  3. Weid mijn schapen

Wie bedoelde Jezus met de schapen en lammeren? De goede herder bedoelde daar uiteraard zijn gemeente mee. Daarin vindt je mensen die er al vanaf het begin bij zijn, de oudere christenen, de schapen. Er zijn er ook bij die nog niet zo lang Christen zijn, de lammeren.

Wat is weiden? Ik ben geen professioneel herder, maar ik denk dat als je schapen weidt, dan breng je ze naar het veld waar ze naar hartelust kunnen grazen. Je geeft ze dus te eten of zorgt dat ze te eten krijgen. Met voeden (eten geven) wordt in de bijbel ook vaak onderwijzen bedoeld. Met andere woorden: bijbelstudie geven. Dat is voor jongere christenen natuurlijk een ander verhaal dan oudere christenen. Maar ook die ouderen weten niet alles en moeten wel eens bijgestuurd worden. Ook die ouderen hebben voeding nodig. Later beschuldigde Petrus de oudere Christenen dat ze zelfs nog op Nutricia niveau zitten…

Schapen hoeden betekent, denk ik, dat je ze beschermt (behoedt) voor gevaar, maar ook ergens naar toe leidt. Van de stal naar de wei of andersom, of van de ene wei naar de andere. Als gemeente maak je natuurlijk ook een reis door, met verschillende doelen. Er moeten keuzes gemaakt worden en visies worden ontwikkeld. Als hoeder begeleidt je daar in. Je behoedt voor gevaren en leidt visionair naar daar waar de gezonde, groene weiden zijn. Waar elk schaap en elk lammetje voorspoedig zichzelf kan ontplooien.

Even terug naar het grotere geheel. Petrus ging weer terug naar zijn oude vak, waar hij zich op zijn gemak bij voelde: “Dat kan ik tenminste!”. En het lukt niet! Geen vis! Het was Jezus die de vangst moest zegenen. Maar toen Petrus bij Jezus kwam was er al eten! Jezus had er zelf al voor gezorgd! We voelen onszelf soms nietsnutten, niet kapabel voor ons eigen werk, laat staan het werk van Jezus. Ik maak zelf mee dat het me de laatste tijd op mijn eigen werk slecht wil lukken. Dat wat normaal gewoon vanzelf gaat, mislukt om wazige redenen. Maar Jezus moet mijn werk zegenen. Ik moet het alleen in Zijn handen leggen. Als ik mijn vijf broden en twee vissen maar aan Hem geef. En dan nog heeft Hij die niet eens nodig want Hij voorziet desnoods zelf.

Er zijn bedrijven die graag ervaren mensen aannemen. Die hoef je niet meer op te leiden, die weten al zelf wel wat ze moeten doen. Je koopt gewoon kennis in. Er zijn ook bedrijven die graag talentvolle mensen aannemen, die net van de Hogeschool of Universiteit komen. Die kunnen ze dan mooi opleiden in hoe zij vinden dat het werk gedaan moet worden. Maar, kijk nou eens naar Petrus. Nou niet bepaald iemand met een universitaire opleiding 'schapen hoeden'. Hij is wel door Jezus als hoofd van de gemeente gesteld, maar hij was niet meer dan wij zijn. Het valt me wel eens op dat Jezus mij inzet of vraagt voor dingen waarvan ik vind dat ik het helemaal niet goed kan. Soms is dan de motivatie dat anders niemand het doet. Of omdat er niemand is om het te doen. Misschien herken je dat wel. Heb je je dan wel eens afgevraagd dat Jezus misschien niemand anders dan jou wil gebruiken?

Wat ook opvalt in dit verhaal, is dat Jezus de liefde van Petrus voor hem koppelt aan de opdracht van het zorgen voor zijn kudde. Blijkbaar is dat wat Jezus zoekt. Mensen die uit liefde voor Hem aan de slag gaan. Dus het gaat blijkbaar niet om competentie. Het gaat ook niet om of je succesvol bent of gekwalificeerd bent in jouw eigen ogen. Maar Jezus wil een competence-centre in de Liefde. En misschien is Philia wel helemaal niet een lagere vorm van Liefde dan Agapè. Want Agapè is gebaseerd op wilskracht. En dat brengen wij niet altijd op. Jezus bracht dat ten volle voor ons op. Maar Philia komt recht uit je hart. Van harte gaf Petrus zich over aan Jezus. En laten wij van harte aangesproken zijn door onze Heer en onze roeping uit Liefde voor Hem, met Liefde voor elkaar en onze gemeenteleden, aanvaarden.

Groet,
Martien van den Akker


God’s Operating system

Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien. Rom 1:20a.

Eerst even een waarschuwing: dit wordt waarschijnlijk een technisch stukje. Maar ik wil deze gedachten toch eens op papier zetten.

Al weer bijna 20 jaar geleden ging ik naar de HTS, toen net omgedoopt naar T.H. Rijswijk. Op de Havo vond ik Natuurkunde al het interessantste vak, maar de Technische Universiteit leek me gewoon wat te afstandelijk, te abstract, dat ik koos voor de HTS variant: Technische Natuurkunde. Ook al was het dan HBO, Natuurkunde is een wetenschappelijk vak waarin veel theorieën worden behandeld en dan ook vaak vanuit een niet-christelijk perspectief. Dat bracht al wel vroeg de vraag in mij op: ‘Hoe ga ik daar nu mee om? Is, en zo ja hoe, wat ik leer strijdig met mijn geloof?’ Nu studeerde ik geen biologie, dus de evolutieleer kwam niet aan de orde. Daar geloofde ik toen al niet in, maar ik verwachtte toch wel vergelijkbare ideeën tegen te komen. Ik ging er vrij veel over nadenken, daar had ik op de fiets naar huis ruimschoots de tijd voor. Ik woonde namelijk in Maasland en het was toch 17 km. fietsen naar Rijswijk. In die tijd ben ik ook begonnen met het schrijven van stukjes.

De Relativiteitstheorie van Einstein kwam aan bod, maar met name in de Kwantummechanica (de leer van de subatomaire deeltjes) zijn er veel vreemde verschijnselen te verklaren. Zo is er de onbepaaldheidsrelatie van Heisenberg, die de relatie legt tussen de impuls en de plaats van een deeltje: hoe zekerder je de plaats van een deeltje weet, hoe minder zeker je de impuls (snelheid maal massa) ervan weet en andersom. Onder andere op basis van de Kwantummechanica werd nog al eens beweerd dat God niet bestaat. Het gaat dan ook over de natuur waarbij je op de grens zit van wat je nog kunt meten. Om iets te zien, te voelen of te meten moet je interactie plegen met het onderwerp. In de Kwantummechanica is alles zo klein dat wanneer je met die (energie-)deeltjes interactie pleegt zijn ze weg ook.

Zoals ik al zei ben ik er veel over gaan nadenken en lezen en gaandeweg kwam ik er eigenlijk achter dat het vaker voorkomt dat de wonderen in de Bijbel door wetenschap wordt bewezen dan dat de wetenschap de Bijbel weg-bewijst. Daar waar de wetenschap met theorieën komt die tegen Bijbelse doctrines in gaan dan betreft het ook altijd niet meer dan theorieën, dus geen echte bewijzen. Even tussendoor: de Relativiteitstheorie (waar onder andere ook het kernsplijtingsproces op is gebaseerd vanwege het bekende E=mc2) is een te bewijzen theorie, maar die de wetten van Newton verfijnt, maar die de Bijbel niet tegenspreekt.

Ik heb er eigenlijk voor mezelf een theorietje voor verzonnen. Als je kijkt naar een computer dan heb je aan de machine zelf eigenlijk niets. Je moet er eerst een besturingssysteem op installeren, zoals MS-Dos of Windows of Linux. Dat besturingsysteem (of Operating System, OS) zorgt er voor dat we met die computer kunnen communiceren, hem dingen kunnen laten doen. Ook een applicatie als Word kan pas wat doen onder een OS. Word hoeft dan alleen maar tegen het OS te zeggen: ‘zet een A op het scherm’ en het Operating System zorgt er dan voor. De programmeur van Word hoeft dan niet zelf het hele diepe achterliggende technische proces van het zetten van een letter op het scherm te maken. Daar staat tegenover dat de applicatie alleen maar dat met de computer kan wat het besturingssyteem toelaat. Windows NT 4.0, wat jaren geleden op mijn Laptop stond, ondersteunt geen Infra Rood. Dus hoewel er een electronisch oogje op mijn laptop zat, kon ik er niets mee. Ook kan je als gebruiker op het systeem of op het aangesloten netwerk alleen dat doen waar de Systeembeheerder je rechten voor heeft gegeven.

En zo zie ik de Natuur ook: God heeft door de natuurkundige krachten ons een soort interface gegeven met de natuur. We kunnen zo met de natuur communiceren en omgaan. We merken ook dat we daar in beperkt zijn, omdat we als mens aan diezelfde krachten onderworpen zijn. Zo kunnen we niet alles zien, voelen, ervaren en meten. De wetenschap laat ons zien dat daar een grens aan is. En die grens wordt door God overstegen. Hij heeft het ontworpen en gemaakt, maar is er zelf niet aan onderworpen.
We geven Nobel-prijzen aan mensen die voor een bepaald wetenschappelijk vak gebied iets bijzonders betekend hebben, of die iets nieuws hebben uitgevonden. Ik geloof niet dat wij mensen op wetenschappelijk gebied iets uitvinden. Ik geloof dat God ons steeds iets meer van Zijn Natuur laat zien. Hij geeft ons als het ware steeds meer gebruiksrechten om iets te zien en te ontdekken van waar we tot dan toe nog niet in het systeem zijn geweest. En Hij laat ons steeds weer een stukje van zijn Handleiding zien of opnieuw interpreteren. Zo is Hij niet alleen de Systeem Ontwerper maar ook de Systeem Beheerder. En dat is een heel bevrijdend en veilig gevoel.

Bevrijdend omdat ik nu naar de Natuur kan kijken zonder bang te hoeven zijn dat ik tegen iets aan loop wat mijn geloof in de weg staat. Nee, het is eerder dat je verwachtingsvol wetenschap kunt bedrijven en denken: “Wat kunnen we nu verder nog meer ontdekken in Zijn Natuur; wat heeft God verder nog voor ongelooflijks voor ons in petto?”. Er zijn zat verhalen die uitwijzen dat wonderen in de Bijbel echt zijn gebeurd. Je kunt dan denken dat het dan dus niet zo’n wonder was omdat zo’n wonder Natuurkundig of Geologisch te verklaren is. Het maakt het echter toch niet minder wonderlijk, omdat je zo’n wonder in de tijd van onwetenheid moet plaatsen. Het is echter ook weer zo dat de Natuur zelf zoveel wonderen kent die het geloven weer makkelijker maken.

Het is ook veilig te weten dat God de Systeem Beheerder is. Zo weten we dat Hij de aarde in Zijn hand houdt en we als mensheid een hoop narigheid kunnen uithalen en we hebben ook zelf verantwoordelijkheid voor de natuur, maar God bewaart nog altijd de aarde. Ik kan me nog de acties tegen kernwapens in de jaren tachtig herinneren. We kunnen een hele berg van dit soort wapens hebben en een malloot aan de knop die elk moment door kan slaan. Maar de tegenwoordige hemelen en de aarde zijn door hetzelfde woord [waardoor God de hemel en aarde heeft geschapen] als een schat weggelegd ten vure bewaard tegen de dag van het oordeel en van de ondergang goddelozen mensen. ([2 Petr 3: 7). Met andere woorden God’s Operating System is nog eens goed beveiligd tegen kwaadwillende hackers ook! Goed, he?

Toch wel een leuk blad, dat ‘de Kijk’…..

Groet,
Martien van den Akker

(PS. Ik zit nu al jaren in de automatisering, dus mijn Natuurkunde is aardig weggezakt….)

Het horloge

Ik heb eens een verhaal gehoord en dat ongeveer ging zo.
Er was eens een wetenschapper, die een tot dan toe nog onontdekte stam ontdekte. Hij zat op een verhoging van waaruit hij de stam goed kon overzien. Hij liet zijn horloge vallen, die op een gegeven moment werd ontdekt door een stamlid. Deze had zoiets natuurlijk nog nooit gezien en ging er mee naar de medicijnman en de dorpsoudsten. Het ding werd onderzocht en bekeken. Ze vonden het een mooi ontwerp, degeen die het ding had gemaakt moest wel inzicht in schoonheid hebben. Verder was het erg wonderlijk, want het bewoog ook nog. De maker moest wel erg groot en verstandig zijn. Na een paar dagen ontdekten ze dat het ding ook wat te doen had met de zon en de maan, want de zon kwam op en ging onder bij bepaalde standen van de wijzers. Deze ontdekking gaf ze wel helemaal veel bewondering voor de maker. Het bijzondere in het hele verhaal was dat de mensen, die nog nooit het horloge hadden gezien, er geen moment van uit gingen dat het ding er zomaar plotseling bij toeval was. Het had echt een oorsprong bij een maker. Zo is het denk ik ook met de dingen om ons heen; met de mensen, de dieren, de bomen en planten. Dat kan toch niet allemaal toevallig ontstaan zijn. Romeinen 1:20 zegt, dat we alles van de onzichtbare schepper, vanaf de schepping, uit zijn daden met verstand kunnen doorzien.

Thursday, July 3, 2008

Wednesday, July 2, 2008

Jean Michel Jarre Avondje

Vrijdag avond houd ik bij mij thuis een Jean Michel Jarre avond. Mensen die me een beetje kennen weten dat ik al van jongs af aan een fan ben. Hoewel ik een best brede muziek interesse heb, blijft Jean Michel een bijzondere plaats in nemen in mijn collectie. Weliswaar naast The Art of Noise, Mike Oldfield en anderen. Maar de top van mijn lijstje blijft gereserveerd voor Jarre. Ik denk dat daar geen verandering meer in komt. Al komt Mike Oldfield wel dicht bij de laatste tijd.

Enige tijd geleden heeft een klein groepje mensen binnen onze kerk het plan opgevat om muziekavonden rondom interessante artiesten. Men is begonnen met de muzikaal geestelijk vader van Bob Dylan, geloof ik. Was het niet Woody Guthrie? Ik ben in elk geval in gestroomd toen we twee avonden aan Larry Norman besteedden.

Maar nu is het mijn eer te beurt. En over wie kan ik het anders hebben dan Jarre? In mijn voorbereidende zoek tocht naar informatie kom ik er tot mijn schrik achter dat ik een tijdje verzuimd heb Jarre te volgen. Zodanig dat ik zijn tour begin dit jaar gemist heb. Hij is in Carre geweest! Daar had ik toch bij geweest moeten zijn. Maar ja, wie had dat gedacht? Jarre treedt meestal op op exotischere plaatsen. En vanuit de 80-er en 90-er jaren ben ik nog gewend dat er niet heel veel informatie over Jarre beschikbaar komt. Internet heeft daar wel verandering ingebracht. Maar door de jaren heen zijn zijn sites nog al eens verplaatst. Ze bleken tijden lang statisch en dan als je een tijd niet hebt gekeken blijken ze al weer een tijd veranderd.

In elk geval is zijn officiele website al weer ruim een half jaar aangepast: www.jeanmicheljarre.com. Maar hij heeft blijkbaar ook een blog op blogspot: http://aerojarre.blogspot.com/. Dat ga ik de komende tijd maar in de gaten houden. Overigens staan er ook plaatjes op van gebruikte apparatuur.
De engelstalige wiki pagina staat op: http://en.wikipedia.org/wiki/Jean_Michel_Jarre.

(baal er wel van dat ik Carre heb gemist....)

Evolutie

Ik las in de Triv! van juni over de ontwikkeling van ons Brein. Men had het o.a. over de ontwikkeling van het brein toen „miljoenen jaren geleden“ de vissen het land op kwamen. Toen kregen ze een zgn. „reptielenbrein“. Ik geloof niet in de Evolutie theorie. Ik geloof in de schepping van God. Ik vind het op zijn minst opmerkelijk dat het blijkbaar in wetenschappelijke kringen wel „stoer“ of acceptabel is om uit te gaan van de evolutie theorie, maar je niet serieus wordt genomen, of op zijn minst gewantrouwd wordt, wanneer je wetenschap bedrijft vanuit het creationisme.
En dat terwijl er volgens mij maximaal even veel bewijs is voor de Evolutie theorie is als er volgens de Evolutionisten is voor het Creationisme. Zelf denk ik dat er juist veel meer argumenten voor het creationisme is.

Maar, even uitgaande van de evolutie theorie, waarom zouden vissen ook nu niet op het land kunnen komen? Ik hoorde jaren geleden eens het volgende verhaal.

Een man ving eens een pracht van een snoek. Hij nam hem mee naar huis waar hij een enorm aquarium neerzette, van wel 2 meter lang, 50 cm diep en 50 cm hoog. Het dier kon er heerlijk in rondzwemmen en werd door de man netjes verzorgd. Elke dag gaf de man hem eten, maar nam dan wel een kopje water uit het aquarium. Heel langzaam zakte zo het waterniveau. Na een jaar of 4 kon het dier al wat met zijn vinnen over de bodem tippelen en na 6 jaar moest het dier echt al zelf rond lopen. Na 6,5 jaar was het aquarium zo goed als leeg.
De man begon de snoek uit te laten en kocht daarom een halsband met een riem voor het dier.
Nou dat ging eigenlijk heel goed. Hij werd in het begin natuurlijk raar aangekeken, maar naar verloop van tijd wenden de mensen er aan.
Op een dag kwamen ze op straat een flinke, aggressieve kat aan. De snoek schrok daar zo van, dierlijke instincten kun je moeilijk bedwingen, dat hij zich los rukte en zo de gracht in sprong.
En wat denk je? De snoek verdronk....

Tuesday, July 1, 2008

Collecte

Een rabbi, een priester en een dominee zitten met elkaar uit te wisselen over hoe ze de verdeling van het collecte geld doen. De rabbi vertelt: ‘Ik teken een vierkant van een meter op de grond, ga er midden in staan en gooi het geld omhoog. Dat wat binnen het vierkant valt is voor mij, en dat wat er buiten valt is voor God.’ De priester vertelt: ‘Ik doe eigenlijk hetzelfde. Ik teken een cirkel van een meter op de grond, ga er midden in staan en gooi het geld omhoog. Alleen alles wat er binnen valt is voor God en wat er buiten valt is voor mij.’ ‘Waar is jullie geloof’, zegt de dominee. ‘Ik gooi alles omhoog en wat God nodig heeft, vangt Hij zelf wel op!’

Mijn vader jongen....

Er zaten eens drie jongetjes op te scheppen over het salaris van hun vaders. De eerste zei: ‘Mijn vader, jongen, die is timmerman en die verdient wel 40 gulden per uur!’. De tweede zei: ‘Da’s niks: mijn vader, die is advocaat en die verdient wel 140 gulden per uur!’. De derde begon te lachen en zei: ‘Ach man, mijn vader, die is dominee en als die 20 minuten heeft gesproken zijn er 4 mensen nodig om al het geld op te halen!’

De chauffeur van de Rabbi

Er was eens een oude rabbi die al vele lezingen in verschillende synagogen heeft gedaan. Al die keren werd hij gebracht door een vaste chauffeur die dan in de zaal naar zijn lezingen luisterde. Een keer was de rabbi het zat en had geen zin. ‘Doe jij het maar’, zei hij tegen de chauffeur. ‘Jij hebt al zo vaak het verhaal gehoord, je kunt het net zo goed als ik’. ‘Nou, vooruit dan maar’, zei de chauffeur. De chauffeur deed het verhaal van de rabbi en de rabbi zat als chauffeur in de zaal. Na de lezing was het gebruikelijk dat er vragen werden gesteld. Zo ook deze keer. De chauffeur kreeg een vraag waar hij toch niet zo goed raad mee wist. Hij dacht diep na wees naar de rabbi in de zaal en kwam met het snuggere antwoord: ‘Meneer, die vraag is zo gemakkelijk, die kan zelfs mijn chauffeur beantwoorden!’.

Op bezoek

Een dominee ging op bezoek bij een nieuw ingekomene. Het betrof een wat oudere alleenstaande dame. De dominee belde aan en hoewel er licht brandde werd er niet open gedaan. De dominee dacht: ‘Laat ik orgineel zijn en een bijbeltekst in de brievenbus doen’. Zo schreef hij Openbaringen 3:20 op: ‘Zie, ik sta aan uw deur en klop’. Een paar dagen later vond hij zelf een briefje in de brievenbus met een bijbeltekst, namelijk Genisis 3:10: ‘Toen ik uw geluid in de hof hoorde, werd ik bevreesd, want ik ben naakt; daarom verborg ik mij.’

Doortocht

Er zat aan de Noorderwierweg eens een jongen in een portiek Bijbel te lezen. Op het moment dat er een man langs kwam, riep de jongen het uit: ‘Het is geweldig, fantastisch! Niet te geloven!’. De man liep er op af en vroeg: ‘Wat is er zo geweldig?’. ‘Nou, ‘, zegt de jongen, ‘ik lees hier in de bijbel het verhaal van Mozes en het volk Israël, dat voor de over van de schelfzee staat. En Mozes steekt dan zijn staf uit en dan laat de God van Israël zomaar het water uitelkaar splijten en loopt het volk zo droog naar de overkant! Da’s toch geweldig?’ De man schudde zijn hoofd en zei: ‘Jongen, de bijbel is een oud boek. Dat moet je symbolisch zien. Er stond die dag een sterke oostenwind en eigenlijk stond er maar zo’n laagje water!’ (En gaf met duim en wijs vinger ongeveer 10 cm. aan). De man liep verder en de jongen las verder en de man was nog geen 50 meter verder of de jongen riep het weer uit: ‘Fantastisch, geweldig. Wat is die God van Israël goed, zeg!’. Gepikeerd liep de man terug en vroeg: ‘Wat is er dan nu zo goed’. De jongen vertelde: ‘Ik lees hier nu verder en die Israëlieten staan nu aan de overkant, terwijl de Egyptenaren aankomen. En dan laat die God van Israël al die Egyptenaren met hun paarden, allemaal verdrinken … in zo’n laagje water!’.

Geloven op Gevoel?

Een aantal jaar geleden (in 2000) had de E.O. een interessant discussie programma. In het programma sprak ds. Schouten met zes jongeren over geloofsvragen. ‘Geloven met verstand’ heette het en de vragen gingen over de punten in het geloof die altijd weer leiden tot argumenten tegen het geloof. Er was een keer een aflevering over de Opstanding, een keer ging het over ‘Geloof en Wetenschap’ en een keer was de titel van de aflevering ‘7 vragen over de hemel’.

Ik heb me altijd wel met dergelijke onderwerpen bezig gehouden. Het heeft me altijd geboeid na te denken over de waarheid van het geloof en de bijbel. Niet dat ik twijfel over het bestaan van God en zijn invloed op ons leven, maar de boeken die ik las en de mensen die ik er over hoorde gaven voor elk argument tegen het geloof weer meer tegenargumenten tegen dat argument. Het is ook immers mooi om te geloven dat God de aarde en de natuur heeft geschapen en dan te ontdekken dat de wonderen in de bijbel staan uiteindelijk toch ook wetenschappelijk blijken te kloppen. Eigenlijk geloof ik ook dat wetenschappers niets uitvinden, maar dat God alles heeft uitgevonden en steeds een stukje van zijn schepping aan de wetenschappers laat zien.


In de aflevering over de Opstanding kwam als tegenargument naar voren dat de evangeliën elkaar tegenspreken. Eigenlijk wordt dat vaak ook over de rest van de bijbel gezegd. Ikzelf heb dat eigenlijk nooit zo gezien, al is het wel zo dat de evangeliën het verhaal van Jezus elk van een ander perspectief belichten. En daardoor krijg je inderdaad discrepanties. Ds. Schouten vertelde echter het verhaal over een rechtszaak die laatst in Nederland speelde. Er kwamen twee getuigen in voor en de politie had verzuimd deze twee uit elkaar te houden. Tijdens de getuigenissen bleek dat beide verhalen naadloos op elkaar aan sloten. De rechter vond echter dat de verhalen zo identiek waren dat de getuigenissen onontvankelijk (zo heet dat geloof ik) verklaard werden. Met andere woorden: dat de evangeliën op bijzaken van elkaar verschillen is geen tegenargument. In tegendeel volgens ds. Schouten maakt het de evangeliën juist geloofwaardiger. Want waar het eigenlijk om gaat: dat Jezus Gods Zoon is, dat Hij voor ons gestorven is en dat Hij is opgestaan, daar zijn de evangelisten het met elkaar over eens.

Het deed mij ook denken aan het volgende. Ik deed in 1999 een cursus Commerciële Relatievorming. Daarbij moesten ik en de andere cursisten een zogenaamde persoonlijkheidsinventarisatie maken. Je vult dan een vragenlijst in en aan de hand van een puntenberekening krijg je een score op een aantal hoofdeigenschappen. Het levert een zogenoemd persoonlijkheidsprofiel op.

De test gaf bij mij aan dat ik bij mij de nadruk op “denken en zintuigen” ligt, terwijl ik van nature eerder voelend en intuïtief ben. Dus ik legde dat aan de cursusleider voor en hij stelde voor iets anders te proberen. Hij liet mij een plaatje zien en vroeg me wat ik er op zag. Ik zag een beekje met een brug er over en op die brug waren twee auto’s op elkaar gebotst een van die auto’s was een veewagen met schapen en er vloog van alles in het rond. Er renden schapen rond en het was een drukte van belang met reddingswerkers geloof ik en schrik van het ongeluk. Ik vertelde dat zo en hij zei: “Nou, dan ben je dus een voel/intuitief mens”. Ik vroeg hoe hij dat zo kon zeggen. “Iemand die een denk/zintuiglijk karakter heeft, heeft geteld hoeveel schapen hij ziet en verteld over de kleur van de auto’s.” Hmm, opmerkelijk!


Nu is zo’n test en helemaal het voorbeeld van het plaatje wel kort door de bocht: je kunt natuurlijk niet aan de hand van een vragenlijstje en zo’n testje bepalen hoe iemand wezenlijk in elkaar steekt. Wel geeft het duidelijk aan waar bij iemand de nadruk ligt op de hoofdeigenschappen in een karakter. Je krijgt daarnaast ook wel een goed beeld van hoe je blijkbaar tegen dingen aankijkt. Ik haal echter dit voorbeeld ook aan omdat het laat zien hoe verschillend mensen dus naar dezelfde gebeurtenissen aan kunnen kijken. Neem nu de vier evangelisten. Lucas was een dokter, een arts. Hij heeft het leven van Jezus niet van nabij meegemaakt, maar heeft duidelijk onderzoek gedaan naar de verschillende getuigenissen en heeft de verhalen op een wetenschappelijke en gedetailleerde manier op een rijtje gezet. Johannes daarentegen was duidelijk een gevoelsmens. De apostel van de liefde heeft het evangelie opgeschreven vanuit de Liefde van God en ook vanuit de Griekse filosofie (kijk maar naar Johannes 1 en 3:16). Mattheüs was niet zo wetenschappelijk als Lucas, maar wel weer objectiever en gedetailleerder dan Marcus, die een beknopte versie van het evangelie gaf. Alle vier heel anders van benadering met hier en daar een verschil. Maar doordat de vier boeken op andere punten de nadruk leggen vullen ze elkaar perfect aan, zowel in het geven van een compleet beeld als in betrouwbaarheid.

En dat spreekt mij zo enorm aan in hoe God de bijbel heeft laten samen stellen. Niet alleen heeft Hij er voor gezorgd dat de verhalen toegankelijk zijn voor ons “+21-ste eeuwers”: mensen van deze tijd, als voor de “-21 ste eeuwers”: de tijd genoten van de aartsvaders, van alle mensen voor hen en alle mensen dien nog na ons komen. Maar ook heeft God er voor gezorgd dat de bijbel het betrouwbaarste geschiedkundige geschrift is dat er bestaat. Ongelofelijk veel betrouwbaarder dan alle geschriften van vergelijkbare leeftijd. Verstand en gevoel gaan bij mij in het geloof samen. “Heb de Here lief met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand”. Je gevoel en je enthousiasme laten het in het geloof nogal eens afweten. God lijkt nogal eens ver weg. Je bent wel eens moe en niet zo gemotiveerd. Dan is het goed om met je verstand jezelf bij je “lurven en kladden” te pakken en tegen jezelf te zeggen: “kijk eens op dat en dat vlak is het Christendom nu een maal de meest waarschijnlijke religie en op die en die momenten was God toch ook duidelijk aanwezig. Dus weg met die twijfel en gaan!”.

Met vriendelijke groet,
Martien van den Akker


Gezocht: ambachtslieden!

God heeft bruggenbouwers nodig,
mensen die dat werk verstaan!
Diploma’s vindt Hij niet nodig,
Hij vraagt enkel: wie kan deze opdracht aan?

Wat God zoekt zijn ambachtslieden,
ongeacht rang, ras, huidkleur, geloof of stand.
Wie wil hem zijn inzet bieden,
bruggen slaan naar de overkant?

God zoekt naar de juiste mensen,
die met liefde zijn begaan,
om gezamenlijk naar zijn wensen
nieuwe bruggen te gaan slaan.

In het plan, dat Hij eens maakte,
ging veel van zijn werk te niet,
menig bruggehoofd, dat kraakte,
stortte in, tot Gods verdriet.

Wie wil helpen te herstellen
wat er is teniet gedaan?
God zal elk van vertellen
hoe hij te werk moet gaan.

God heeft in zijn plan voor ogen:
bruggen, vast en goed gehecht,
met veel spankracht in hun bogen,
zijn bestek ons voorgelegd.

Nieuwe bruggen wil Hij bouwen,
maar God wil dat niet alleen.
Hij roept mannen en vrouwen
met veel geduld, liefde en inzicht om zich heen.

Want de brug naar de overzijde
moet de sterke stroom weerstaan,
waarvoor Hij de pijlers heide,
breed en sterk om overheen te gaan.

“t Moet een brug zijn van vertrouwen,
een die alle stormen kan doorstaan.
Wie helpt met zo’n brug te bouwen,
die vast overeind blijft staan?

Wie durft die opdracht te aanvaarden:
de brug te bouwen, die God vraagt,
een brug, gebouwd op deze waarden:
die geloof, hoop en liefde draagt?

Dit heb ik gelezen in de Westlandse Kerkbode van 18-02-2000

I Don't do ...

One of our students received an appointment from a bishop, and the student did not feel the placement exactly suited his abilities.

I overheard him complaining about it to another student, and then the other student said, "You know, the world's a better place because Michelangelo did not say, 'I don't do ceilings'.

Her comment stopped me dead in my tracks. I had to admit she was right. If you and I are going to be faithful to the ministry God is calling us to, then we had better understand that. I reflected on the attitudes of key people throughout the Scriptures and the history of the church.

The world's a better place because a German monk named Martin Luther did not say, "I don't do doors."
The world's a better place because an Oxford don named John Wesley didn't say, "I don't do preaching in fields."
The world's a better place because Moses didn't say, "I don't do Pharaohs or mass migrations."
The world's a better place because Noah didn't say, "I don't do arks and animals."
The world's a better place because Rahab didn't say, "I don't do enemy spies."
The world's a better place because Ruth didn't say, "I don't do mothers-in-law."
The world's a better place because Samuel didn't say, "I don't do mornings."
The world's a better place because David didn't say, "I don't do giants."
The world's a better place because Peter didn't say, "I don't do Gentiles."
The world's a better place because John didn't say, "I don't do deserts."
The world's a better place because Mary didn't say, "I don't do virgin births."
The world's a better place because Paul didn't say, "I don't do correspondence."
The world's a better place because Mary Magdalene didn't say, "I don't do feet."
The world's a better place because Jesus didn't say, "I don't do crosses."
And the world will be a better place only if you and I don't say, "I don't do ..."

- Leonard Sweet

United Theological Seminary
Dayton, Ohio

Broeders

We zullen pas broederlijk delen
als we in staat zijn broederlijk te leven

Je bent mijn broeder niet
als je alleen maar je overvloed geeft
en ik nergens je hart voel kloppen,
als ik in je gave geen vriendschap vind.

Je bent mijn broeder niet
als je van mij niets verwacht
en ik je niets geven mag.

Je bent mijn broeder niet
Als je denkt
dat ik arm ben,
omdat ik dingen niet heb die jij hebt.
Als je denkt
dat ik lui ben,
omdat ik jouw tempo niet volg.
Als je denkt
dat ik gekluisterd lig,
omdat jij je eigen ketens niet ziet.

Als je denkt
dat ik onderontwikkeld ben,
omdat ik jouw diploma’s niet heb.
Je kunt alleen mijn broeder zijn,
als ik je vader, je moeder, je kind, je broer
en je zuster mag zijn.
Als ik je familie mag zijn!

Herkomst mij onbekend

1993-01: Stop Aids, Blijf Trouw!

Deze titel kreeg ik onder ogen in het blad 'Schreeuw om het Leven' dat ik in handen kreeg. Het verwoort aardig de tegen­strijdigheid die tegenwoordig in de maatschappij heerst. Er wordt hevig campagne gevoerd tegen aids. Dit wordt vooral gedaan door reclame te maken voor veilige sex. In feite bevordert deze reclame wel de visie voor Vrije veilige sex. Of wel, ordinair gezegd: "Ga vooral met diegene naar bed die je begeert, maar doe het dan wel veilig".
Aids (en andere sexueel overdraagbare aandoeningen) preventie staat bovenaan, in een maatschappij waarin de het aantal echtscheidingen het aantal huwelijk-afsluitingen dreigt te overschaduwen, waarin samenwonen een logisch gevolg op het aantal echtscheigingen is en waarin vrije sex gepropageerd wordt.

Genesis blijft ook in deze tijd een inspirerend boek. Vooral de tekst die gaat over de Huwelijks-inzetting door God houdt mij bezig: 'Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en zij zullen tot één vlees zijn. (Gen. 2: 24)'
Blijkbaar is dit voor God de definitie van een huwelijk: Een man gaat zijn vrouw aanhangen, bij zijn vrouw wonen. En een uiterlijke kenmerk is dat zij tot een vlees zullen zijn. Dit laatste is een gave, een recht voor het huwelijk. Het bij elkaar wonen ook, maar de daaruit voortvloeiende verantwoorde­lijkheid voor elkaar is een plicht. Wanneer je de rechten van het huwelijk opneemt, neem je automatisch ook de plichten van het huwelijk op. Dus als je gemeenschap hebt met elkaar, neem je feitelijk ook de verantwoordelijkheid voor elkaar op. In feite zou je kunnen zeggen dat je dan, voor Gods ogen, ge­trouwd bent. Toen er nog geen burgelijke stand was en ook geen kerk is dit het voltrekken van het huwelijk: het opnemen van de rechten en de plichten.
Wij mensen moeten elkaar altijd met contracten ergens aanhou­den. Daarom leggen wij het huwelijk op papier vast, zodat we elkaar daaraan kunnen houden. Dit geeft dan juridische ver­plichtingen, wanneer dat huwelijk ontbonden zou worden.

Mensen gaan tegenwoordig daarom eerder samenwonen, omdat ze het huwelijk kunnen 'uitproberen', omdat ze geen geld hebben voor een bruiloft, of misschien om andere redenen. Wanneer het niet blijkt te werken, kunnen ze uit elkaar gaan zonder dat de een de ander op plichten kan wijzen, want die staan immers niet op papier. Men heeft toch niets getekend? Echter voor God zijn ze getrouwd op het moment dat ze de rechten en de plich­ten opnamen. Als ze uit elkaar gaan plegen ze voor God dus echtbreuk.

In 2 Tim. 3 zegt Paulus dat een ouderling of diaken een man van één vrouw moet zijn. Je zou vlug kunnen concluderen dat hij dan niet homosexueel mag zijn. Dit is een wat al te vlugge conclusie (hoewel niet direct verkeerd). Even later zegt Paulus namelijk dat de oudste zijn huis goed moet kunnen bestieren. Hoe kan hij anders de gemeente goed besturen? In het licht van het hier boven staande zou je kunnen een ouder­ling kunnen bedenken die netjes volgens de wet getrouwd is, maar zijn heil zoekt bij een tweede vrouw. Met die tweede vrouw is hij voor de wet dan niet getrouwd, maar vanwege de rechten die hij opneemt wel voor God. Zo iemand kan zijn verantwoordelijkheden niet dragen. Immers hij neemt rechten op bij twee vrouwen, terwijl hij bij maar een vrouw de plichten opneemt. Ook bedriegt hij een vrouw.

Het is al te makkelijk gezegd dat AIDS e.d. een straf van God is. Dit is denk ik ook niet zo. Toch is het natuurlijk niet voor niets dat God zo veel waarde hecht aan het huwelijk tussen man en vrouw. Hij waarschuwt niet voor niets tegen echtscheiding. Hij verafschuwt niet voor niets hoererij etc.

Net als dat Hij voorspelt had dat de mens zou sterven wanneer hij van de "boom van de kennis van Goed en Kwaad" zou eten, zo weet Hij als geen ander de gevolgen van andere zonden waar Hij voor waarschuwt.

Natuurlijk, het gaat wel eens mis bij een huwelijk. Een vrouw trouwt met een man die niet bij haar past, het huwelijk loopt stuk. Ook worden vrouwen tot gemeenschap gedwongen. We leven in een gebroken wereld. Het vraagstuk wordt daarom niet direct opgelost door je te houden aan de regels in de bijbel. Maar dit wordt nog minder opgelost door de vrij veilig campagnes.
De regels van de bijbel zijn om ons te binden, maar juist om te bevrijden. Om ons een hoop leed te besparen.

Laten we daarom genieten van de gaven van God zoals Hij ze ook bedoeld heeft.

Martien v.d. Akker.

PS. ook uit de oude doos, januari 1993

Monday, June 30, 2008

Goden

Er zijn vele mensen die God willen worden,
Nero, Napoleon, Stalin, Hitler.
Er is echter maar één God die mens is geworden.
(Herkomst mij onbekend)

1993-05: Met behoud van identiteit

Het wordt je wel eens gezegd: "Wat lijk jij op je vader." Of "je hebt de neus van je moeder". Er zijn trekken in je gezicht die je terug kunt vinden in de gezichten van je ouders. Naar mate je ouder wordt, verander je. Er zijn computerprogramma's, waar mee je een gezicht ouder kunt maken. Zo kun je er een foto van een kind in invoeren en kun je de computer laten berekenen hoe hij of zij er uitziet op 20 jarige leeftijd. Zo kun je steeds stappen verder in de tijd maken. Dit is erg handig bij het opsporen van kinderen of mensen die al heel lang vermist zijn. Het frappante is dat er toch trekken in je gezicht blijven en eigenschappen in je houding en karakter waaraan je kunt zien: "Dat is Kosse", "Dat is Simon". "Jij bent Tjerk en lijkt op je vader en moeder". "Jij bent een van den Akker" en "Dat is Nico".

God is zo creatief dat hij ieder individu, ieder schep­sel uniek heeft gemaakt. Iedereen heeft iets in zich dat hem of haar degene maakt die hij of zij is. God heeft beloofd dat Hij in jou een proces begint waarin Hij je verandert en vormt. Je gaat dan steeds meer de wereld zien met Zijn ogen. Je gaat meer en meer de dingen doen die Jezus ook deed. Het beeld van Hem gaat zich in jou vormen en je gaat meer en meer voldoen aan het ideaal beeld dat God van de mens heeft. Toch blijf je jezelf. En hoewel je meer en meer gaat zien dat je een kind van God bent, blijf je wie je bent. God heeft ons allemaal uniek gemaakt en kent ons allemaal bij naam, heeft onze namen in zijn handpalmen gegraveerd staan. Dit betekent dat Hij ons onmogelijk kan vergeten.

En dan ga je denken over de hemel. Hoe zou het daar zijn. Herken ik mijn ouders? Ben ik te herkennen. Wat voor lichaam krijg ik? Zal ik mijn vrienden kennen en ben ik dan nog steeds Martien van den Akker?

Volgens mij wel. Ik kan me niet voorstellen dat ik in de hemel niet meer ben wie ik ben. Dat ik andere mensen niet meer zou kennen. Immers, God gaat een relatie met ons aan, steekt tijd in ons om ons te leren, ons te ontplooien. Hij biedt ons de moge­lijk­heid om Hem te leren kennen. Hij gaat een relatie met ons persoonlijk aan. Zou Hij ons dan zo volslagen gaan veran­deren dat we niet meer zijn wie we zijn, zodat we niet meer de personen zijn waarmee Hij met zoveel geduld een relatie op bouwde? In dat geval kan Hij net zo goed de brandspuit op deze aarde zetten en alles opnieuw scheppen. Dat van die brandspuit heeft Hij natuurlijk in de tijd van Noach al eens gedaan, maar daar had hij erg veel spijt van, want hij houdt ontzettend veel van ons.

Hoewel we ons verdriet, de moeilijkheden, onze slechte eigen­schappen niet zullen hebben. Hoewel we ook goed kunnen omgaan met die mensen waarmee we nu moeite hebben en onze liefde niet selectief zullen verdelen. Hoewel ik me ook niet precies kan voorstellen hoe het zal zijn, zullen we iets in ons voorkomen, karakter houden dat ons van elkaar onderscheidt. We zullen onze eigen identiteit in een nieuw jasje behouden.
Kijk maar naar de verheerlijking van Jezus op de berg. (Luc 9: 28-36, Marc 9, Matt 17). Daar was Jezus met drie discipelen, Petrus, Johannes en Jacobus, de berg opgegaan om te bidden. Daar veranderde Jezus voor hun ogen. Zijn gezicht werd anders, en zijn kleding werd stralend wit. Petrus en de twee anderen vielen in slaap en toen ze wakker werden zagen ze Zijn heer­lijk­heid en de twee anderen die bij Jezus stonden. Petrus zei direct: "Laten we drie tenten opslaan, een voor U een voor Mozes en een voor Elia!". Hij vroeg niet wie die twee zijn, maar wist gelijk dat het de twee personen waren die toch eeuwen voor hem hebben geleefd. Ook vergiste hij zich niet in zijn Heer.

We zullen veranderen, ook in dit leven al. Mensen zullen in ons iets van de toekomstige wereld zien, iets van Jezus. We zullen veranderen en toch blijven wie we zijn. We zullen mooier, fijner, liefdevoller etc. worden. Anders en toch hetzelfde.

Darell Mansfield heeft een lied waarin hij zingt dat hij er naar uitkijkt om aan de tafel van de Heer te zitten, waaraan hij allemaal bekende mensen zal ontmoeten. Moeder Eva, broer Abel, Mozes, Elia en alle anderen. Ik kijk er ook best naar uit. Samen met vrienden muziek maken. Ik heb al een aantal afspra­ken om een band op te richten. Prachtig gewoon. Samen met Asaf en zijn vrienden muziek maken om God te prijzen. Kun je iets mooiers bedenken? En dan Mozes of Nehemia eens opzoe­ken. Ook hoop ik jou er te ontmoeten, hoewel ik je ook natuur­lijk ook nu graag tegen­kom.

Tot ziens,
Martien v.d. Akker.
PS. Ik vond dit in mijn oude doos, geschreven in mei 1993.

Monday, June 2, 2008

e-sword: mijn electronisch zwaard

Al een aantal jaren geleden attendeerde mijn vriend Wim me op dit prachtige pakket: e-sword.
Je kunt het downloaden van: http://www.e-sword.net/downloads.html. Het is werkelijk een geweldig mooi pakket met enorm veel add-ons die je er bij kan installeren. Heel veel vertalingen, bijbel commentaren etc. Het ziet er daarbij nog eens heel strak uit en heeft van zichzelf ook heel veel functionaliteit. Ik ga ze allemaal niet benoemen, vind het zelf maar uit. Voor mij is het vooral handig omdat je er verschillende griekse taal-modules aan kunt toevoegen o.a. met Strong's codering. Strong is een module die elk woord geindexeerd heeft naar de grondtekst toe. Dus dan kun je meteen zien wat het woord in de grondtekst is en wat het betekent. Het zelfde is er ook voor het oude testament.

Eigenlijk heet het pakket voor mij 3 nadelen of aandachtspunten:
  • Het is Engels-talig: voor mij niet zo'n probleem maar voor veel van mijn vrienden en familie mogelijk wel;
  • De enige beschikbare Nederlandse vertaling is de statenvertaling: voor mij ook niet zo'n heel groot probleem, maar wel als ik een tekst wil zoeken. Dan verwijs ik je toch maar naar een site als: http://www.biblija.net/biblija.cgi?Bible=Bible&l=nl.
  • Het is een windows pakket.
Dat laatste is voor mij wel een probleem: want ik ben nu inmiddels meer dan een half jaar vrij definitief over op Linux. Eerst heb ik Ubuntu Linux 7.10 Gutsy Gibbon geprobeerd. Echt een heel fijne distributie. Vooral voor beginnende Linux gebruikers en ik denk eigenlijk dat het een systeem is dat veel beter geschikt is voor de beginnende computer gebruiker in het algemeen dan Windows. Het is niet alleen veiliger en betrouwbaarder, maar de windows-manager van Ubuntu (Gnome) is veel eenvoudiger in gebruik dan Windows. Nu gebruik ik OpenSuse 10.3 al weer een tijdje in de 64 bits uitvoering met KDE als window-manager. Dat sluit wat beter bij mij aan. Hoewel ik ook nog Windows XP als dual boot systeem heb, gebruik ik het bijna niet meer.

In elk geval, e-sword werkt dus niet zonder meer onder Linux. Maar Linux heeft een Windows-emulator: Wine. Ik had e-sword al eens geprobeerd onder wine te installeren, maar dat werkte niet goed: het starte wel op maar de tekst in het hoofdscherm werd niet getoond. Vervelend, want daar gaat het nu net om.

Met de handleiding op: http://ubuntuforums.org/showthread.php?t=404042 (een andere reden voor Ubuntu: hele goede forums) is het wel gelukt. Weer een reden om windows te gebruiken weg gewerkt. Wellicht dat de tips in die handleiding ook voor andere pakketten werkt.

Thursday, May 22, 2008

Oude wijn in nieuwe zakken

Al jaren schrijf ik artikelen in ons kerkblad. In het begin vooral gemeente georienteerd en later kregen ze meer een theologisch tintje. Daaraan kun je merken dat ik veranderd ben en vooral ook een andere (een minder traditionele) theologische invalshoek heb gekregen. Welke dat is? Ik ga je het nu (nog) niet verklappen. Probeer dat zelf maar te ontdekken. Maar het heeft wel te maken met mijn artikel over Tradities.

In elk geval: alleen mijn mede gemeenteleden lazen deze artikelen. En velen misschien niet eens of ze lazen omdat ik toevallig grappig kan schrijven. Soms kreeg ik wel eens de behoefte om iets te schrijven wat volslagen onzin is of gewoon aantoonbaar niet waar. Iets waar ik het zelf ook absoluut niet eens ben, gewoon om een discussie te krijgen. Om echt inhoudelijk in gesprek te gaan. Inhoudelijke reacties mis ik wel eens. Want wat ik echt geloof is (volgens mij) volslagen in lijn met de bijbel maar minder in lijn met de gevestigde traditionele/gereormeerde theologie. Lees bijvoorbeeld mijn artikel over straf maar eens.

Het leek me in elk geval goed om mijn artikelen hier te herpubliceren. Om daarmee ook voor me zelf weer wat ritme en herbezinning te krijgen in mijn productie.

Van harte beveel ik ook graag de blogs van mijn vriend Wim Hoogendijk en Andre Piet (die ken ik persoonlijk niet): aan.

Groet,
Martien

Tradities: wie heeft het laatste woord?

Mijn collega’s zien mij waarschijnlijk als een conservatist, kan ik me voorstellen. Ik houd er niet erg liberale ideeën op na. Sex hoort wat mij betreft bij een vaste op het huwelijk gerichte relatie. Ik ben tegen abortus en euthenasie. Afgelopen week vernam ik dat in Frankrijk abortus tot in de 26ste week toegestaan was en dat kinderen zo’n abortus nog wel eens overleven. Ik ben voor dienstplicht, sociaal of militair, ik ben zelf in dienst geweest, maar dan wel als er een zinnige invulling aan gegeven wordt. Allemaal redelijk conservatieve ideeën.

In mijn werk ben ik echter bepaald niet conservatief. Ik houd er niet van om op de automatische piloot dingen te doen. Ik houd niet van twee keer hetzelfde project en als ik opnieuw een vergelijkbaar probleem krijg, dan kijk ik weer met een vernieuwde blik naar, met de ervaring die ik vanuit het eerdere traject heb. Iets oplossen op een bepaalde manier omdat ik het de vorige keer ook zo gedaan heb is er bij mij niet bij, ook al was het succesvol. Iets doen omdat ik het altijd zo doe, vind ik zo’n slechte reden! De goede dingen neem ik over, maar ik evalueer wel wat ik er goed aan vond en wat ik dit keer anders en beter kan doen.

De kerk zit vol met traditie, net als de Joodse Cultuur. In de bijbel vind je ook verscheidene plaatsen instellingen van traditie en rituelen: feesten, offers, reinigings-rituelen naast geboden en verboden. Eeuw in eeuw uit werden door de Joden deze tradities in ere gehouden. En eeuw in eeuw uit houden wij in onze kerk ook zo onze rituelen en tradities in ere. Daar horen uiterlijke tradities bij, maar ook innerlijke. Tradities als dopen en belijdenis doen, zegenen aan het eind van de dienst, de manier waarop onze diensten worden ingevuld. Maar ook hoe we ons gedragen en wat we nu precies geloven.

Ik ben echt een “waarom”-mannetje. Waarom gaan de dingen zo als ze gaan? Waarom doe ik iets op een bepaalde manier? Hoe ga ik dit probleem oplossen en is dat handig? Of kan ik het niet handiger doen? Zelfs als in de bijbel staat wat ik wel of niet moet doen, vraag ik me af waarom. Omdat het in de bijbel staat? Omdat God het wil, omdat Hij het van mij vraagt? Ik wil niet arrogant overkomen of oneerbiedig. Maar ik denk dat God niet zomaar wat zegt. Ookal heeft hij Israël een aparte plaats gegeven in de wereldgeschiedenis, dan nog geeft Hij niet zomaar een paar wetten en regels waar ze zich aan moeten houden. Zelfs de reden dat Israël een heilig volk is en zich daarom moet afzonderen vind ik wat kortzichtig. Het blijkt dat veel, zoniet alle, geboden en verboden echt tot zegen zijn voor je leven. Er bestaat tegenwoordig zelfs een “Oude Testament”-dieet!

Tradities en rituelen hebben een oorsprong, maar ook een waarom. Ze zijn ingesteld bij een bepaalde gebeurtenis. Ze helpen je om die gebeurtenissen te herdenken. Ze helpen om vast te houden aan je geloof. Vaak zit er een reden achter die door het ritueel te herhalen je daar weer bewust van te worden. Het geeft daarom ook aan dat het belangrijk is om elke keer weer te bedenken: “waarom deden we dit ook al weer?”. Zodra je daar geen fatsoenlijk antwoord meer op kan geven, dan vervaagt de functie van de traditie of ritueel. Dan doe je het misschien nog omdat je er goed bij voelt. Ik heb wel eens mensen nogal verheerlijkt over hun (volwassen-)doopdienst horen praten. Het was een mooie, fijne, dienst, het voelde zo goed. Hartstikke mooi, denk ik dan met alle respect, maar waar deed je het nu eigenlijk voor?

Zelf denk ik dat als je niet goed meer weet waarom je iets doet, je moet overwegen er vanaf te zien. Een traditie in stand houden om de traditie heeft het risico tot wetticisme te leiden. Je doet dan iets omdat het zo hoort, maar je kunt niet meer uitleggen waarom het goed is om het te doen.

Ik heb bewondering voor tieners. Zij zitten in een levensfase waarin ze tegen allerlei heilige huisjes aanschoppen om te kijken of ze blijven staan. Wat is er waar van het geloof dat mijn ouders mij voor houden? Geloof ik dat wel en zo ja, waarom is het waar? Klopt het wel wat er in de bijbel staat? Wat vind ik er nu zelf van? Dat is belangrijk om het geloof eigen te maken. Volgens mij is het de enige manier om te komen van het geloof van je ouders, tot een eigen, persoonlijk en standvastig geloof en een eigen persoonlijke relatie met de Here God.

Maar eens houdt dat op. Dan lijkt het alsof we als vanzelfsprekend uit gaan van de dingen die ons geleerd zijn. En denken we niet meer na over het plan dat God met de mensheid heeft, wat Zijn wil en raadsbesluit zijn. Waarom niet? Kennen we Gods wil en bedoelingen omdat we dat overgeleverd hebben van overigens respectabele mensen die daarover meer dan 500 jaar geleden verstandige en misschien minder verstandige dingen hebben geschreven? Of kennen we God uit zijn Woord en Zijn eigen openbaring aan ons? De inzichten van de theologen van 500 tot 1000 jaar geleden kunnen gekleurd zijn door hun tijdsgeest. En daarom is het denk ik belangrijk om naar die redenaties te blijven kijken en die onbevangen tegen Gods Woord aan te houden. Wat zegt God nu werkelijk? En misschien kom je wel tot andere conclusies dan onze kerkelijke vaders.

Nu beweer ik niet dat je zomaar de kerkelijke traditie op de schop moet gooien. Ik roep ook niet op tot voortdurende twijfel. In de zomer van 2004 stonden we op een boeren camping en man wat een donkere lucht kwam daar aan. Beetje alsof we in de film “Indepance day” met Will Smith zaten. Dan ga je eens aan de scheerlijnen van je tent trekken en aan de tentpalen schudden. Staan ze wel stevig? Je komt dan tot de ontdekking dat je een tentpaal wat verder moet uitschuiven en dat een haring niet stevig staat. Die ruk je er uit en steek je een eindje verder weer in de grond. Om tot de ontdekking te komen dat je tent veel steviger staat en de storm kan weer staan.

Weten wat je gelooft en waarom je gelooft is het doel en het succes van de Alpha-cursussen. Laten we we daarom onbevangen naar God blijven luisteren. En God werkelijk laten spreken met zijn onveranderlijk Woord. Laat Hem het laaste woord hebben!

Groet,
Martien van den Akker

De zin of zinloosheid van straf

Straf leeft! In de samenleving wordt er volop over gesproken. Een paar maanden (dat is: toen ik dit schreef begin 2006) geleden heeft Sonja de J., de moeder van het stelselmatig verwaarloosde Savanah, haar veroordeling gehoord. In de weken ervoor heeft de politiek zich ermee bemoeid omdat het OM in de ogen van politici en burgers een te lage strafeis heeft gedaan. De straf voor Sonja kon volgens de samenleving niet hoog genoeg zijn. De rechtbank was met name over de politieke inmenging ook verbolgen, omdat hoe onterecht ook, het er nu op kan lijken dat de politiek de strafmaat heeft beïnvloed.

Maar hoe zinvol is 6 jaar gevangenschap als het vrijwel zeker is dat Sonja in de herhaling zal vervallen? Daarom heeft ze dan ook TBS gekregen en de behandelaars de opdracht om te voorkomen dat ze weer zwanger wordt. Wat heeft straf voor zo’n situatie zin?

Halverwege 2000 schrokken we op van de moord op het Schiedamse meisje Nienke en de poging tot moord op haar vriendje Maikel. Eigenlijk vrij vlot is Kees B. uit Vlaardingen opgepakt. Nadat Kees B. vier jaar onterecht vast had gezeten, bekende Wik H. de misdrijven. Hoewel het er enige schijn van had dat Kees B. het gedaan had rammelde de bewijslast. Volgens DNA onderzoek was het onwaarschijnlijk en Maikel die een gedetaileerd signalement had opgegeven herkende in hem niet de dader.

Kees B. heeft onterecht vast gezeten voor deze misdrijven. Hij verklaarde er naar uit te kijken om weer in de rij voor de kassa in de supermarkt te kunnen staan. Van die dagelijkse ongemakken die hij heeft moeten missen. Was zijn straf zinloos? Onterecht zeker, maar misschien heeft hij andere inzichten gekregen over zijn leven. Een van de redenen van zijn aanhouding was het feit dat hij al jaren het bewuste park afstruinde als pedofiel. Heeft zijn onterechte straf toch zin gehad?

Tussen de zaken door werd door minister Donner de discussie over huiselijk geweld aangezwengeld. Het moest maar verboden worden dat ouders hun kinderen met een pak voor de broek straffen. Want je kunt blijkbaar van ouders niet verwachten dat ze maat weten te houden. En dat kan dan tot overmatige afranselingen leiden. Natuurlijk.

In spreuken 23:13, 14 staat dat je als ouders je kinderen straf niet moet onthouden. Van een pak slaag gaan ze niet dood, maar je behoedt ze daarmee juist voor kwade en domme dingen. Ergens anders staat meen ik dat wie van zijn kinderen houd ze juist tuchtigt. Immers, als je van je kinderen houd dan wil je toch dat ze goed terecht komen? Dat betekent dan dat je consequenties moet verbinden aan de dingen die ze doen. En als je de consequentie van een pak slaag aan iets stouts verbind maar je voert het bij de overtreding niet uit dan wordt dat zinloos. Kinderen hebben dat snel door. Toen ik die tekst opzocht vond ik het erg opmerkelijk dat het woordje ‘tucht’ uit de Nieuwe Bijbel Vertaling vrijwel is verdwenen. Het is vervangen door het woord ‘onderricht’. Hmmm, zouden de bijbelvertalers hebben ingespeeld op Donner’s discussie?

Straf heeft een doel. En dat doel is corrigeren. Corrigeren van gedrag. Zodra dat doel wegvalt, vervalt de zin van straf. Als je iemand levenslang opsluit, en dan bedoel ik ook tot zijn dood, of als je iemand ter dood veroordeelt, krijgt de veroordeelde geen kans om zichzelf te corrigeren. Dan is het dus eigenlijk geen straf, maar een maatregel ter bescherming van de maatschappij. Goed dat is mijn definitie. Van Dale noemt straf een maatregel ter vergelding van een misdrijf. Kan ook, maar wat wil je daar dan mee bereiken? Is het dan om wraak te sussen?

De bijbel spreekt ook over God die corrigeert, die straft. God die ons lief heeft, die alle mensen lief heeft, corrigeert ons. Over diezelfde God wordt ook gesproken dat Hij mensen veroordeeld die niet voor Hem kiezen. Er wordt gesproken over eeuwige straf. En ik vraag me af: “waar komt dat vandaan?” We geloven in een God van Liefde. Die zegt: “Eens zullen alle knieën zich voor Mij buigen (dat is volgens mij dan wel vrijwillig en niet gedwongen)”. Maar ook in diezelfde God die zegt: “jij hoort niet bij Mij, dus ik wil jou nooit meer zien”?

Van diezelfde God zegt Jezus dat als een vader zijn kind geen stenen voor brood geeft en geen slang voor vis, God ons nog veel meer het goede met ons voor heeft. Nu, als ik niet voor de rest van mijn leven boos kan zijn op mijn kinderen, zou die God dat dan wel kunnen?

Een dergelijk Godsbeeld kwam in de Middeleeuwen natuurlijk erg goed uit, toen de Kerk aan de macht was. Want op die manier kon de samenleving in toom gehouden worden. Ik heb langzamerhand aardig moeite met dat Godsbeeld gekregen en ik denk veel broers en zussen met mij. Helaas is het enorm verankerd in onze kerkelijke traditie.

Hoe zinvol is een eeuwige straf? Ik denk dat die zinvol is als ‘eeuwig’ betekent: ‘een lange maar eindige periode’. Volgens Van Dale betekent ‘eeuwig’: “begin noch eind hebbend”. Maar een eeuwig durende straf moet toch ergens beginnen? Dus waarom zou die dan niet eindigen?

Ik geloof zeker in een veroordeling. En voor velen is straf echt nodig. Maar ik hoop dat ik mijn niet-gelovige vrienden, mensen die ik liefheb maar die (nog) niet Jezus als redder kennen, uiteindelijk bij God mag ontmoeten. En ik geloof dat de tijd die we daarna mogen mee maken, wel eindeloos is! Want dan namelijk, is God’s doel bereikt!

Groet,
Martien

Het Begin en het Einde: Digitaal of Analoog?

“En arche èn ho logos kai ho logos èn pros ton theon kai theos èn ho Logos.”
De gymnasiasten onder ons herkennen dit natuurlijk meteen als een stukje Grieks. Voor een eenvoudige Havist als ik is het vrij nieuw. Ik ben er deze winter ben ik er voorzichtig mee begonnen. De ontdekking van wat er nu werkelijk staat maakt mij enthousiast. Als je in Engels-talige films en series focust op de ondertiteling dan mis je vaak veel taalgrappen. En zo ontdek ik dat de source-code van onze Bijbel een schat aan diepere gedachten herbergt. Die we missen als we ons uitsluitend op de ons ter beschikking staande vertalingen baseren.

Het bovenstaande stukje is ons in de NBV bekend als:
”1 In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God.
2 Het was in het begin bij God.”
De rechtgeaarde Gereformeerde zowel als de bijbelgetrouwe Evangelische, als ook de filosofische Refogelische als ik, herkent dit als Johannes 1. Een geweldig diepe tekst, die Johannes schreef om het evangelie van Jezus uit te dragen aan de Grieken.

Als ik een begin als boven lees dan vraag ik altijd meteen af: “welk begin”? Ik ben dan wel een Havist, ofwel iemand van de Havo, maar dan wel een Beta-man.
Waarom ik me afvraag om welk begin het gaat? Je denkt natuurlijk meteen aan de schepping, Genesis 1. Johannes begon hiermee echter zijn verhaal aan de Grieken. Zij kenden Genesis 1 niet. En hij moest hun taal spreken.
In de Griekse tekst staat er echter geen lidwoord. En als er geen lidwoord staat dan is het onbepaald en plaatsen we er in het Nederlands normaal gesproken ons onbepaald lidwoord tussen: “een”. We hebben het hier dus over “een begin”. En dat lijkt me voor de Grieken ook logischer.

Een ander stukje dat opvalt is “het Woord”. Beetje lastig in dit geval is dat in ons Nederlands “het Woord” onzijdig is. Terwijl Logos in het Grieks mannelijk is en wij meteen weten op Wie het slaat. Mijn “leraar Grieks” legde me uit dat Logos voor de Grieken een bekende Godheid was die alles beheerste en had gemaakt. Typisch, hè? Je moet de Logos dus niet verwarren met de onbekende god waar Paulus het over had toen hij in Athene was. Wij zien in de Logos meteen Jezus Christus die we kennen als Zoon van God maar ook als “uitvoerder/aannemer” in opdracht van de Vader, de “architect”. De Grieken kende Jezus Christus eigenlijk al nog voordat Johannes zijn evangelie schreef. Johannes sluit bij hun belevingswereld aan en zegt eigenlijk: “de Logos, die jullie al kennen, laat ik je daar eens wat meer van vertellen”. Dus je zou het eigenlijk onvertaald moeten laten: “In een begin was de Logos”.

Jezus was bij God. Da’s denk ik waar. Toch is daar niet alles mee gezegd. Want wat heb je aan die informatie? Wat was hun onderlinge verhouding dan? Het Grieks kent net als het Duits naamvallen. En het stukje Grieks: “kai ho logos en pros ton theon”: wordt vertaald ald “en het Woord was bij God”, alsof het in de derde naamval (datief) staat. En dat houdt een rust-situatie in. Maar het staat eigenlijk in de vierde naamval (accusatief), wat een actievere houding aangeeft. En dan betekent het “gericht zijn op”. De Logos was gericht op God. Dat is hun verhouding. Dat is de houding van Jezus naar God. Gericht zijn op God, op wat Zijn plannen zijn. Jezus is daar de uitvoerder van. De schepping, de komst naar de wereld (kosmos), zijn dood en opstanding, zijn hemelvaart en straks in de toekomende twee Wereldtijden (aionas) de voleiding.

Jezus was/is ook god. Er wordt daarmee uiteraard niet bedoeld dat het om een en dezelfde god gaat. Alsof Jezus en Vader een en dezelfde zijn. Voor de programmeurs onder ons: ze zijn van dezelfde Klasse, maar een verschillende Object Instantie. Voor de niet-programmeurs: van hetzelfde type, maar een ander voorkomen. Ze hebben allebei een andere positie. De Vader die alles bedenkt en opzet, de Zoon die gericht op de Vader, Zijn Wil en Raadsbesluit uitvoert.
Bij het “gericht zijn op” kun je denken aan Johannes 15: “de ware wijnstok”. Zoals wij aan de wijnstok moeten hangen om gevoed te worden, zo staat de wijnstok in de aarde. Maar volgens mij kun je ook zeggen dat als je gericht bent op iemand, dan zet je je in voor dat wat die voor die ander belangrijk is. Waar hij voor gaat, wat zijn doel is. Daar maak je je sterk voor.

Deze Logos, onze Here Jezus Christus, zegt in Openbaringen 22:13: Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde (“arche kai telos”). Dit vind ik zelf nog al erg kort door de bocht vertaald. Want zo staat het er wel erg binair of digitaal: als of er voor Jezus Christus niets was, en dat er eens een Einde komt waar na er niets meer is. Het begint ergens en het houdt ergens op. Maar ook hier staat er niet precies wat er vertaald is. Hier ontbreken in de grondtekst de lidwoorden:. Het woordje “arche” kan behalve een plaats of tijds-aanduiding ook “oorzaak” of “beginner” betekenen. Maar ook “voorgaan” of “aan het hoofd gaan” of zelfs “leiden/regeren”. Dus je zou ook kunnen zeggen dat Jezus hier zegt dat hij de “beginner’, “voorgaander” of zelfs “schepper” is. Jezus is niet zomaar een startpunt: Hij gaat voor, initieert, heeft het in zijn hand. Dan is het ineens niet meer zo binair.
En het woordje “telos” is niet zomaar “einde”, maar betekent meer “voleinding” of “doel”. Dus een einde dat je nastreeft, waar je naar toe werkt. En vandaar gaat het in die situatie verder. Jezus is die voleiding net als dat Hij die initiator is. En Hij volvoert het tot dat we in de voleiding zijn en vandaar verder mogen gaan. Het houdt dus niet op na het einde! En dus is het ook hier niet meer zo digitaal. Jezus werkt analoog aan de plannen van God naar een doel toe. Hij is de Initiator. En God die niet laat varen het werk van zijn Hand, gaat met Jezus door tot aan de voleinding. En dan draagt Jezus zijn Koningschap over aan de Vader, waarna God alles in allen zal zijn (1 Kor 15:28): een nieuw begin.

Laten wij net als Jezus gericht zijn op God, want Hij wil ook ons betrekken in zijn plan naar die voleinding. Hoe? Probeer dat maar eens met Hem uit te vinden.