Wednesday, July 9, 2008

De Herintredende Apostel

Het hele paasverhaal is een boeiend geheel. We kennen natuurlijk het laatste avondmaal, het verraad, het proces, de kruisiging en de opstanding en daarna de verschijningen. Vanuit de traditie kennen we ook de uitleggingen en de betekenissen van deze verhalen. Er is echter een verhaal waar ik vroeger niet zoveel mee kon, maar wat me wel intrigeerde. Het is het verhaal van de herintredende apostel. Ik heb er al meerdere keren bijbelstudie over gegeven, in verscheidene situaties, maar ik heb het tot nog toe nog niet in een verhaal gegoten. En ik wil het je niet onthouden. Het verhaal is misschien wat mistig, maar de wijsheid ligt aan de oppervlakte (zei hij filosofisch).

Petrus had met grote mond verkondigd dat hij Jezus niet in de steek zou laten. Maar integendeel, hij verloochende Hem driemaal. Het is uit denk je dan, Petrus heeft afgedaan. En inderdaad, zelf dacht hij ook zo en hij ging samen met de anderen maar weer vissen. Nadat bij het meer van Tiberias de wonderbare visvangst had plaats gevonden en Petrus door had dat het Jezus was daar op het strand, wist hij niet hoe snel hij bij Jezus moest komen. Zodat hij over boord sprong en door het water naar Hem toe ging. Toch vraag ik me af of hij zich wel echt op zijn gemak voelde tijdens de maaltijd. Zou hij zich niet toch stilletjes afvragen hoe Jezus over hem dacht?

In elk geval vroeg Jezus aan Petrus drie keer of hij van Hem hield. Petrus gaf Hem drie keer een bevestigend antwoord. En na elk antwoord gaf Jezus hem een opdracht. In de uitleggingen die ik heb gehoord over dit verhaal, voor zover een dominee er zich aan waagde, werd gezegd dat er drie vragen werden gesteld omdat Petrus Jezus drie keer verloochend had. Ik geloof daar niet zo in. Als je van iemand drie tientjes leent, moet je hem drie tientjes betalen, zoveel is me wel duidelijk, maar dat gaat hier niet zo op. De verloochening weegt mijns inziens toch wel erg zwaar. In elk geval woog het zwaar op Petrus ’hart. En het gaat volgens mij al helemaal niet op omdat Jezus niet 3 keer precies hetzelfde vraagt! Jezus vraagt het volgende:

  1. Simon, zoon van Johannes, hebt gij mij waarlijk lief meer dan dezen?

  2. Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij waarlijk lief?

  3. Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij lief?

Ik kwam het eens tegen in mijn bijbelse encyclopedie (klinkt duur). Jezus vraagt twee keer 'hebt gij mij waarlijk lief?' en een keer 'hebt gij mij lief?'. Er zijn in het Grieks echter drie worden voor Liefde. Namelijk:

eros

: zinnelijke, hartstochtelijke liefde

philia

: spontane genegenheid, hartelijke liefde of vriendschap

agapè

: bewuste, gewilde en gevende liefde.

Van het woord eros komt ons woord voor erotiek, maar dit woord komt in het nieuwe testament niet voor. De agapè liefde is de liefde van iemand die zich zelf geeft voor de ander. Philia is de liefde die spontaan in mensen op komt. Als je iemand aardig vindt, als het 'klikt'. Voor agapè is meer nodig, bijvoorbeeld als je een zwerver meeneemt voor een kop koffie. Of als je je leven geeft voor die ander.

Dus toen Jezus vroeg of Petrus van Hem hield met de woorden 'hebt gij mij waarlijk lief', gebruikte Hij het woord agapè, of te wel 'zou je voor Mij door het vuur gaan?'. Je begrijpt, Petrus voelde zich wel zitten. Natuurlijk hield hij van Hem, maar hij heeft met zijn grote mond Jezus wel behoorlijk laten zitten. Dus dat antwoordde hij dan ook en gebruikte daar bij het woord Philia, de 'lagere' variant. Jezus voelde dit natuurlijk ook wel en ik denk dat je kunt zeggen dat Hij Petrus uitdaagde. Zo ging het twee keer maar de derde keer kwam Jezus Petrus tegemoet en gebruikte ook het woord Philia. Jezus begreep ook wel wat Petrus voelde en dat Petrus wel wilde maar voelde dat hij niet voor zichzelf kon instaan. Laat staan voor Jezus. Het is dus niet dat Petrus 3 keer moet betalen omdat hij 3 keer in de fout ging. Het laat denk ik meer zien dat Jezus ons zo geweldig goed doorziet en dat Hij Petrus voorzichtig wilde laten zien waar de sandaal wrong.

Waarom Jezus nu in die volgorde en op dat moment de drie opdrachten aan Petrus gaf weet ik niet, precies. Vermoedelijk was dit het moment van Jezus om Petrus er weer bij te betrekken. Petrus voelde zich op dat moment vermoedelijk bijzonder afhankelijk van Jezus. En dat is het moment om een taak te krijgen.

Maar wat voor opdracht had Jezus voor ogen? Hij zegt namelijk:

  1. Weid mijn lammeren

  2. Hoed mijn schapen

  3. Weid mijn schapen

Wie bedoelde Jezus met de schapen en lammeren? De goede herder bedoelde daar uiteraard zijn gemeente mee. Daarin vindt je mensen die er al vanaf het begin bij zijn, de oudere christenen, de schapen. Er zijn er ook bij die nog niet zo lang Christen zijn, de lammeren.

Wat is weiden? Ik ben geen professioneel herder, maar ik denk dat als je schapen weidt, dan breng je ze naar het veld waar ze naar hartelust kunnen grazen. Je geeft ze dus te eten of zorgt dat ze te eten krijgen. Met voeden (eten geven) wordt in de bijbel ook vaak onderwijzen bedoeld. Met andere woorden: bijbelstudie geven. Dat is voor jongere christenen natuurlijk een ander verhaal dan oudere christenen. Maar ook die ouderen weten niet alles en moeten wel eens bijgestuurd worden. Ook die ouderen hebben voeding nodig. Later beschuldigde Petrus de oudere Christenen dat ze zelfs nog op Nutricia niveau zitten…

Schapen hoeden betekent, denk ik, dat je ze beschermt (behoedt) voor gevaar, maar ook ergens naar toe leidt. Van de stal naar de wei of andersom, of van de ene wei naar de andere. Als gemeente maak je natuurlijk ook een reis door, met verschillende doelen. Er moeten keuzes gemaakt worden en visies worden ontwikkeld. Als hoeder begeleidt je daar in. Je behoedt voor gevaren en leidt visionair naar daar waar de gezonde, groene weiden zijn. Waar elk schaap en elk lammetje voorspoedig zichzelf kan ontplooien.

Even terug naar het grotere geheel. Petrus ging weer terug naar zijn oude vak, waar hij zich op zijn gemak bij voelde: “Dat kan ik tenminste!”. En het lukt niet! Geen vis! Het was Jezus die de vangst moest zegenen. Maar toen Petrus bij Jezus kwam was er al eten! Jezus had er zelf al voor gezorgd! We voelen onszelf soms nietsnutten, niet kapabel voor ons eigen werk, laat staan het werk van Jezus. Ik maak zelf mee dat het me de laatste tijd op mijn eigen werk slecht wil lukken. Dat wat normaal gewoon vanzelf gaat, mislukt om wazige redenen. Maar Jezus moet mijn werk zegenen. Ik moet het alleen in Zijn handen leggen. Als ik mijn vijf broden en twee vissen maar aan Hem geef. En dan nog heeft Hij die niet eens nodig want Hij voorziet desnoods zelf.

Er zijn bedrijven die graag ervaren mensen aannemen. Die hoef je niet meer op te leiden, die weten al zelf wel wat ze moeten doen. Je koopt gewoon kennis in. Er zijn ook bedrijven die graag talentvolle mensen aannemen, die net van de Hogeschool of Universiteit komen. Die kunnen ze dan mooi opleiden in hoe zij vinden dat het werk gedaan moet worden. Maar, kijk nou eens naar Petrus. Nou niet bepaald iemand met een universitaire opleiding 'schapen hoeden'. Hij is wel door Jezus als hoofd van de gemeente gesteld, maar hij was niet meer dan wij zijn. Het valt me wel eens op dat Jezus mij inzet of vraagt voor dingen waarvan ik vind dat ik het helemaal niet goed kan. Soms is dan de motivatie dat anders niemand het doet. Of omdat er niemand is om het te doen. Misschien herken je dat wel. Heb je je dan wel eens afgevraagd dat Jezus misschien niemand anders dan jou wil gebruiken?

Wat ook opvalt in dit verhaal, is dat Jezus de liefde van Petrus voor hem koppelt aan de opdracht van het zorgen voor zijn kudde. Blijkbaar is dat wat Jezus zoekt. Mensen die uit liefde voor Hem aan de slag gaan. Dus het gaat blijkbaar niet om competentie. Het gaat ook niet om of je succesvol bent of gekwalificeerd bent in jouw eigen ogen. Maar Jezus wil een competence-centre in de Liefde. En misschien is Philia wel helemaal niet een lagere vorm van Liefde dan Agapè. Want Agapè is gebaseerd op wilskracht. En dat brengen wij niet altijd op. Jezus bracht dat ten volle voor ons op. Maar Philia komt recht uit je hart. Van harte gaf Petrus zich over aan Jezus. En laten wij van harte aangesproken zijn door onze Heer en onze roeping uit Liefde voor Hem, met Liefde voor elkaar en onze gemeenteleden, aanvaarden.

Groet,
Martien van den Akker


God’s Operating system

Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien. Rom 1:20a.

Eerst even een waarschuwing: dit wordt waarschijnlijk een technisch stukje. Maar ik wil deze gedachten toch eens op papier zetten.

Al weer bijna 20 jaar geleden ging ik naar de HTS, toen net omgedoopt naar T.H. Rijswijk. Op de Havo vond ik Natuurkunde al het interessantste vak, maar de Technische Universiteit leek me gewoon wat te afstandelijk, te abstract, dat ik koos voor de HTS variant: Technische Natuurkunde. Ook al was het dan HBO, Natuurkunde is een wetenschappelijk vak waarin veel theorieën worden behandeld en dan ook vaak vanuit een niet-christelijk perspectief. Dat bracht al wel vroeg de vraag in mij op: ‘Hoe ga ik daar nu mee om? Is, en zo ja hoe, wat ik leer strijdig met mijn geloof?’ Nu studeerde ik geen biologie, dus de evolutieleer kwam niet aan de orde. Daar geloofde ik toen al niet in, maar ik verwachtte toch wel vergelijkbare ideeën tegen te komen. Ik ging er vrij veel over nadenken, daar had ik op de fiets naar huis ruimschoots de tijd voor. Ik woonde namelijk in Maasland en het was toch 17 km. fietsen naar Rijswijk. In die tijd ben ik ook begonnen met het schrijven van stukjes.

De Relativiteitstheorie van Einstein kwam aan bod, maar met name in de Kwantummechanica (de leer van de subatomaire deeltjes) zijn er veel vreemde verschijnselen te verklaren. Zo is er de onbepaaldheidsrelatie van Heisenberg, die de relatie legt tussen de impuls en de plaats van een deeltje: hoe zekerder je de plaats van een deeltje weet, hoe minder zeker je de impuls (snelheid maal massa) ervan weet en andersom. Onder andere op basis van de Kwantummechanica werd nog al eens beweerd dat God niet bestaat. Het gaat dan ook over de natuur waarbij je op de grens zit van wat je nog kunt meten. Om iets te zien, te voelen of te meten moet je interactie plegen met het onderwerp. In de Kwantummechanica is alles zo klein dat wanneer je met die (energie-)deeltjes interactie pleegt zijn ze weg ook.

Zoals ik al zei ben ik er veel over gaan nadenken en lezen en gaandeweg kwam ik er eigenlijk achter dat het vaker voorkomt dat de wonderen in de Bijbel door wetenschap wordt bewezen dan dat de wetenschap de Bijbel weg-bewijst. Daar waar de wetenschap met theorieën komt die tegen Bijbelse doctrines in gaan dan betreft het ook altijd niet meer dan theorieën, dus geen echte bewijzen. Even tussendoor: de Relativiteitstheorie (waar onder andere ook het kernsplijtingsproces op is gebaseerd vanwege het bekende E=mc2) is een te bewijzen theorie, maar die de wetten van Newton verfijnt, maar die de Bijbel niet tegenspreekt.

Ik heb er eigenlijk voor mezelf een theorietje voor verzonnen. Als je kijkt naar een computer dan heb je aan de machine zelf eigenlijk niets. Je moet er eerst een besturingssysteem op installeren, zoals MS-Dos of Windows of Linux. Dat besturingsysteem (of Operating System, OS) zorgt er voor dat we met die computer kunnen communiceren, hem dingen kunnen laten doen. Ook een applicatie als Word kan pas wat doen onder een OS. Word hoeft dan alleen maar tegen het OS te zeggen: ‘zet een A op het scherm’ en het Operating System zorgt er dan voor. De programmeur van Word hoeft dan niet zelf het hele diepe achterliggende technische proces van het zetten van een letter op het scherm te maken. Daar staat tegenover dat de applicatie alleen maar dat met de computer kan wat het besturingssyteem toelaat. Windows NT 4.0, wat jaren geleden op mijn Laptop stond, ondersteunt geen Infra Rood. Dus hoewel er een electronisch oogje op mijn laptop zat, kon ik er niets mee. Ook kan je als gebruiker op het systeem of op het aangesloten netwerk alleen dat doen waar de Systeembeheerder je rechten voor heeft gegeven.

En zo zie ik de Natuur ook: God heeft door de natuurkundige krachten ons een soort interface gegeven met de natuur. We kunnen zo met de natuur communiceren en omgaan. We merken ook dat we daar in beperkt zijn, omdat we als mens aan diezelfde krachten onderworpen zijn. Zo kunnen we niet alles zien, voelen, ervaren en meten. De wetenschap laat ons zien dat daar een grens aan is. En die grens wordt door God overstegen. Hij heeft het ontworpen en gemaakt, maar is er zelf niet aan onderworpen.
We geven Nobel-prijzen aan mensen die voor een bepaald wetenschappelijk vak gebied iets bijzonders betekend hebben, of die iets nieuws hebben uitgevonden. Ik geloof niet dat wij mensen op wetenschappelijk gebied iets uitvinden. Ik geloof dat God ons steeds iets meer van Zijn Natuur laat zien. Hij geeft ons als het ware steeds meer gebruiksrechten om iets te zien en te ontdekken van waar we tot dan toe nog niet in het systeem zijn geweest. En Hij laat ons steeds weer een stukje van zijn Handleiding zien of opnieuw interpreteren. Zo is Hij niet alleen de Systeem Ontwerper maar ook de Systeem Beheerder. En dat is een heel bevrijdend en veilig gevoel.

Bevrijdend omdat ik nu naar de Natuur kan kijken zonder bang te hoeven zijn dat ik tegen iets aan loop wat mijn geloof in de weg staat. Nee, het is eerder dat je verwachtingsvol wetenschap kunt bedrijven en denken: “Wat kunnen we nu verder nog meer ontdekken in Zijn Natuur; wat heeft God verder nog voor ongelooflijks voor ons in petto?”. Er zijn zat verhalen die uitwijzen dat wonderen in de Bijbel echt zijn gebeurd. Je kunt dan denken dat het dan dus niet zo’n wonder was omdat zo’n wonder Natuurkundig of Geologisch te verklaren is. Het maakt het echter toch niet minder wonderlijk, omdat je zo’n wonder in de tijd van onwetenheid moet plaatsen. Het is echter ook weer zo dat de Natuur zelf zoveel wonderen kent die het geloven weer makkelijker maken.

Het is ook veilig te weten dat God de Systeem Beheerder is. Zo weten we dat Hij de aarde in Zijn hand houdt en we als mensheid een hoop narigheid kunnen uithalen en we hebben ook zelf verantwoordelijkheid voor de natuur, maar God bewaart nog altijd de aarde. Ik kan me nog de acties tegen kernwapens in de jaren tachtig herinneren. We kunnen een hele berg van dit soort wapens hebben en een malloot aan de knop die elk moment door kan slaan. Maar de tegenwoordige hemelen en de aarde zijn door hetzelfde woord [waardoor God de hemel en aarde heeft geschapen] als een schat weggelegd ten vure bewaard tegen de dag van het oordeel en van de ondergang goddelozen mensen. ([2 Petr 3: 7). Met andere woorden God’s Operating System is nog eens goed beveiligd tegen kwaadwillende hackers ook! Goed, he?

Toch wel een leuk blad, dat ‘de Kijk’…..

Groet,
Martien van den Akker

(PS. Ik zit nu al jaren in de automatisering, dus mijn Natuurkunde is aardig weggezakt….)

Het horloge

Ik heb eens een verhaal gehoord en dat ongeveer ging zo.
Er was eens een wetenschapper, die een tot dan toe nog onontdekte stam ontdekte. Hij zat op een verhoging van waaruit hij de stam goed kon overzien. Hij liet zijn horloge vallen, die op een gegeven moment werd ontdekt door een stamlid. Deze had zoiets natuurlijk nog nooit gezien en ging er mee naar de medicijnman en de dorpsoudsten. Het ding werd onderzocht en bekeken. Ze vonden het een mooi ontwerp, degeen die het ding had gemaakt moest wel inzicht in schoonheid hebben. Verder was het erg wonderlijk, want het bewoog ook nog. De maker moest wel erg groot en verstandig zijn. Na een paar dagen ontdekten ze dat het ding ook wat te doen had met de zon en de maan, want de zon kwam op en ging onder bij bepaalde standen van de wijzers. Deze ontdekking gaf ze wel helemaal veel bewondering voor de maker. Het bijzondere in het hele verhaal was dat de mensen, die nog nooit het horloge hadden gezien, er geen moment van uit gingen dat het ding er zomaar plotseling bij toeval was. Het had echt een oorsprong bij een maker. Zo is het denk ik ook met de dingen om ons heen; met de mensen, de dieren, de bomen en planten. Dat kan toch niet allemaal toevallig ontstaan zijn. Romeinen 1:20 zegt, dat we alles van de onzichtbare schepper, vanaf de schepping, uit zijn daden met verstand kunnen doorzien.

Thursday, July 3, 2008

Wednesday, July 2, 2008

Jean Michel Jarre Avondje

Vrijdag avond houd ik bij mij thuis een Jean Michel Jarre avond. Mensen die me een beetje kennen weten dat ik al van jongs af aan een fan ben. Hoewel ik een best brede muziek interesse heb, blijft Jean Michel een bijzondere plaats in nemen in mijn collectie. Weliswaar naast The Art of Noise, Mike Oldfield en anderen. Maar de top van mijn lijstje blijft gereserveerd voor Jarre. Ik denk dat daar geen verandering meer in komt. Al komt Mike Oldfield wel dicht bij de laatste tijd.

Enige tijd geleden heeft een klein groepje mensen binnen onze kerk het plan opgevat om muziekavonden rondom interessante artiesten. Men is begonnen met de muzikaal geestelijk vader van Bob Dylan, geloof ik. Was het niet Woody Guthrie? Ik ben in elk geval in gestroomd toen we twee avonden aan Larry Norman besteedden.

Maar nu is het mijn eer te beurt. En over wie kan ik het anders hebben dan Jarre? In mijn voorbereidende zoek tocht naar informatie kom ik er tot mijn schrik achter dat ik een tijdje verzuimd heb Jarre te volgen. Zodanig dat ik zijn tour begin dit jaar gemist heb. Hij is in Carre geweest! Daar had ik toch bij geweest moeten zijn. Maar ja, wie had dat gedacht? Jarre treedt meestal op op exotischere plaatsen. En vanuit de 80-er en 90-er jaren ben ik nog gewend dat er niet heel veel informatie over Jarre beschikbaar komt. Internet heeft daar wel verandering ingebracht. Maar door de jaren heen zijn zijn sites nog al eens verplaatst. Ze bleken tijden lang statisch en dan als je een tijd niet hebt gekeken blijken ze al weer een tijd veranderd.

In elk geval is zijn officiele website al weer ruim een half jaar aangepast: www.jeanmicheljarre.com. Maar hij heeft blijkbaar ook een blog op blogspot: http://aerojarre.blogspot.com/. Dat ga ik de komende tijd maar in de gaten houden. Overigens staan er ook plaatjes op van gebruikte apparatuur.
De engelstalige wiki pagina staat op: http://en.wikipedia.org/wiki/Jean_Michel_Jarre.

(baal er wel van dat ik Carre heb gemist....)

Evolutie

Ik las in de Triv! van juni over de ontwikkeling van ons Brein. Men had het o.a. over de ontwikkeling van het brein toen „miljoenen jaren geleden“ de vissen het land op kwamen. Toen kregen ze een zgn. „reptielenbrein“. Ik geloof niet in de Evolutie theorie. Ik geloof in de schepping van God. Ik vind het op zijn minst opmerkelijk dat het blijkbaar in wetenschappelijke kringen wel „stoer“ of acceptabel is om uit te gaan van de evolutie theorie, maar je niet serieus wordt genomen, of op zijn minst gewantrouwd wordt, wanneer je wetenschap bedrijft vanuit het creationisme.
En dat terwijl er volgens mij maximaal even veel bewijs is voor de Evolutie theorie is als er volgens de Evolutionisten is voor het Creationisme. Zelf denk ik dat er juist veel meer argumenten voor het creationisme is.

Maar, even uitgaande van de evolutie theorie, waarom zouden vissen ook nu niet op het land kunnen komen? Ik hoorde jaren geleden eens het volgende verhaal.

Een man ving eens een pracht van een snoek. Hij nam hem mee naar huis waar hij een enorm aquarium neerzette, van wel 2 meter lang, 50 cm diep en 50 cm hoog. Het dier kon er heerlijk in rondzwemmen en werd door de man netjes verzorgd. Elke dag gaf de man hem eten, maar nam dan wel een kopje water uit het aquarium. Heel langzaam zakte zo het waterniveau. Na een jaar of 4 kon het dier al wat met zijn vinnen over de bodem tippelen en na 6 jaar moest het dier echt al zelf rond lopen. Na 6,5 jaar was het aquarium zo goed als leeg.
De man begon de snoek uit te laten en kocht daarom een halsband met een riem voor het dier.
Nou dat ging eigenlijk heel goed. Hij werd in het begin natuurlijk raar aangekeken, maar naar verloop van tijd wenden de mensen er aan.
Op een dag kwamen ze op straat een flinke, aggressieve kat aan. De snoek schrok daar zo van, dierlijke instincten kun je moeilijk bedwingen, dat hij zich los rukte en zo de gracht in sprong.
En wat denk je? De snoek verdronk....

Tuesday, July 1, 2008

Collecte

Een rabbi, een priester en een dominee zitten met elkaar uit te wisselen over hoe ze de verdeling van het collecte geld doen. De rabbi vertelt: ‘Ik teken een vierkant van een meter op de grond, ga er midden in staan en gooi het geld omhoog. Dat wat binnen het vierkant valt is voor mij, en dat wat er buiten valt is voor God.’ De priester vertelt: ‘Ik doe eigenlijk hetzelfde. Ik teken een cirkel van een meter op de grond, ga er midden in staan en gooi het geld omhoog. Alleen alles wat er binnen valt is voor God en wat er buiten valt is voor mij.’ ‘Waar is jullie geloof’, zegt de dominee. ‘Ik gooi alles omhoog en wat God nodig heeft, vangt Hij zelf wel op!’

Mijn vader jongen....

Er zaten eens drie jongetjes op te scheppen over het salaris van hun vaders. De eerste zei: ‘Mijn vader, jongen, die is timmerman en die verdient wel 40 gulden per uur!’. De tweede zei: ‘Da’s niks: mijn vader, die is advocaat en die verdient wel 140 gulden per uur!’. De derde begon te lachen en zei: ‘Ach man, mijn vader, die is dominee en als die 20 minuten heeft gesproken zijn er 4 mensen nodig om al het geld op te halen!’

De chauffeur van de Rabbi

Er was eens een oude rabbi die al vele lezingen in verschillende synagogen heeft gedaan. Al die keren werd hij gebracht door een vaste chauffeur die dan in de zaal naar zijn lezingen luisterde. Een keer was de rabbi het zat en had geen zin. ‘Doe jij het maar’, zei hij tegen de chauffeur. ‘Jij hebt al zo vaak het verhaal gehoord, je kunt het net zo goed als ik’. ‘Nou, vooruit dan maar’, zei de chauffeur. De chauffeur deed het verhaal van de rabbi en de rabbi zat als chauffeur in de zaal. Na de lezing was het gebruikelijk dat er vragen werden gesteld. Zo ook deze keer. De chauffeur kreeg een vraag waar hij toch niet zo goed raad mee wist. Hij dacht diep na wees naar de rabbi in de zaal en kwam met het snuggere antwoord: ‘Meneer, die vraag is zo gemakkelijk, die kan zelfs mijn chauffeur beantwoorden!’.

Op bezoek

Een dominee ging op bezoek bij een nieuw ingekomene. Het betrof een wat oudere alleenstaande dame. De dominee belde aan en hoewel er licht brandde werd er niet open gedaan. De dominee dacht: ‘Laat ik orgineel zijn en een bijbeltekst in de brievenbus doen’. Zo schreef hij Openbaringen 3:20 op: ‘Zie, ik sta aan uw deur en klop’. Een paar dagen later vond hij zelf een briefje in de brievenbus met een bijbeltekst, namelijk Genisis 3:10: ‘Toen ik uw geluid in de hof hoorde, werd ik bevreesd, want ik ben naakt; daarom verborg ik mij.’

Doortocht

Er zat aan de Noorderwierweg eens een jongen in een portiek Bijbel te lezen. Op het moment dat er een man langs kwam, riep de jongen het uit: ‘Het is geweldig, fantastisch! Niet te geloven!’. De man liep er op af en vroeg: ‘Wat is er zo geweldig?’. ‘Nou, ‘, zegt de jongen, ‘ik lees hier in de bijbel het verhaal van Mozes en het volk Israël, dat voor de over van de schelfzee staat. En Mozes steekt dan zijn staf uit en dan laat de God van Israël zomaar het water uitelkaar splijten en loopt het volk zo droog naar de overkant! Da’s toch geweldig?’ De man schudde zijn hoofd en zei: ‘Jongen, de bijbel is een oud boek. Dat moet je symbolisch zien. Er stond die dag een sterke oostenwind en eigenlijk stond er maar zo’n laagje water!’ (En gaf met duim en wijs vinger ongeveer 10 cm. aan). De man liep verder en de jongen las verder en de man was nog geen 50 meter verder of de jongen riep het weer uit: ‘Fantastisch, geweldig. Wat is die God van Israël goed, zeg!’. Gepikeerd liep de man terug en vroeg: ‘Wat is er dan nu zo goed’. De jongen vertelde: ‘Ik lees hier nu verder en die Israëlieten staan nu aan de overkant, terwijl de Egyptenaren aankomen. En dan laat die God van Israël al die Egyptenaren met hun paarden, allemaal verdrinken … in zo’n laagje water!’.

Geloven op Gevoel?

Een aantal jaar geleden (in 2000) had de E.O. een interessant discussie programma. In het programma sprak ds. Schouten met zes jongeren over geloofsvragen. ‘Geloven met verstand’ heette het en de vragen gingen over de punten in het geloof die altijd weer leiden tot argumenten tegen het geloof. Er was een keer een aflevering over de Opstanding, een keer ging het over ‘Geloof en Wetenschap’ en een keer was de titel van de aflevering ‘7 vragen over de hemel’.

Ik heb me altijd wel met dergelijke onderwerpen bezig gehouden. Het heeft me altijd geboeid na te denken over de waarheid van het geloof en de bijbel. Niet dat ik twijfel over het bestaan van God en zijn invloed op ons leven, maar de boeken die ik las en de mensen die ik er over hoorde gaven voor elk argument tegen het geloof weer meer tegenargumenten tegen dat argument. Het is ook immers mooi om te geloven dat God de aarde en de natuur heeft geschapen en dan te ontdekken dat de wonderen in de bijbel staan uiteindelijk toch ook wetenschappelijk blijken te kloppen. Eigenlijk geloof ik ook dat wetenschappers niets uitvinden, maar dat God alles heeft uitgevonden en steeds een stukje van zijn schepping aan de wetenschappers laat zien.


In de aflevering over de Opstanding kwam als tegenargument naar voren dat de evangeliën elkaar tegenspreken. Eigenlijk wordt dat vaak ook over de rest van de bijbel gezegd. Ikzelf heb dat eigenlijk nooit zo gezien, al is het wel zo dat de evangeliën het verhaal van Jezus elk van een ander perspectief belichten. En daardoor krijg je inderdaad discrepanties. Ds. Schouten vertelde echter het verhaal over een rechtszaak die laatst in Nederland speelde. Er kwamen twee getuigen in voor en de politie had verzuimd deze twee uit elkaar te houden. Tijdens de getuigenissen bleek dat beide verhalen naadloos op elkaar aan sloten. De rechter vond echter dat de verhalen zo identiek waren dat de getuigenissen onontvankelijk (zo heet dat geloof ik) verklaard werden. Met andere woorden: dat de evangeliën op bijzaken van elkaar verschillen is geen tegenargument. In tegendeel volgens ds. Schouten maakt het de evangeliën juist geloofwaardiger. Want waar het eigenlijk om gaat: dat Jezus Gods Zoon is, dat Hij voor ons gestorven is en dat Hij is opgestaan, daar zijn de evangelisten het met elkaar over eens.

Het deed mij ook denken aan het volgende. Ik deed in 1999 een cursus Commerciële Relatievorming. Daarbij moesten ik en de andere cursisten een zogenaamde persoonlijkheidsinventarisatie maken. Je vult dan een vragenlijst in en aan de hand van een puntenberekening krijg je een score op een aantal hoofdeigenschappen. Het levert een zogenoemd persoonlijkheidsprofiel op.

De test gaf bij mij aan dat ik bij mij de nadruk op “denken en zintuigen” ligt, terwijl ik van nature eerder voelend en intuïtief ben. Dus ik legde dat aan de cursusleider voor en hij stelde voor iets anders te proberen. Hij liet mij een plaatje zien en vroeg me wat ik er op zag. Ik zag een beekje met een brug er over en op die brug waren twee auto’s op elkaar gebotst een van die auto’s was een veewagen met schapen en er vloog van alles in het rond. Er renden schapen rond en het was een drukte van belang met reddingswerkers geloof ik en schrik van het ongeluk. Ik vertelde dat zo en hij zei: “Nou, dan ben je dus een voel/intuitief mens”. Ik vroeg hoe hij dat zo kon zeggen. “Iemand die een denk/zintuiglijk karakter heeft, heeft geteld hoeveel schapen hij ziet en verteld over de kleur van de auto’s.” Hmm, opmerkelijk!


Nu is zo’n test en helemaal het voorbeeld van het plaatje wel kort door de bocht: je kunt natuurlijk niet aan de hand van een vragenlijstje en zo’n testje bepalen hoe iemand wezenlijk in elkaar steekt. Wel geeft het duidelijk aan waar bij iemand de nadruk ligt op de hoofdeigenschappen in een karakter. Je krijgt daarnaast ook wel een goed beeld van hoe je blijkbaar tegen dingen aankijkt. Ik haal echter dit voorbeeld ook aan omdat het laat zien hoe verschillend mensen dus naar dezelfde gebeurtenissen aan kunnen kijken. Neem nu de vier evangelisten. Lucas was een dokter, een arts. Hij heeft het leven van Jezus niet van nabij meegemaakt, maar heeft duidelijk onderzoek gedaan naar de verschillende getuigenissen en heeft de verhalen op een wetenschappelijke en gedetailleerde manier op een rijtje gezet. Johannes daarentegen was duidelijk een gevoelsmens. De apostel van de liefde heeft het evangelie opgeschreven vanuit de Liefde van God en ook vanuit de Griekse filosofie (kijk maar naar Johannes 1 en 3:16). Mattheüs was niet zo wetenschappelijk als Lucas, maar wel weer objectiever en gedetailleerder dan Marcus, die een beknopte versie van het evangelie gaf. Alle vier heel anders van benadering met hier en daar een verschil. Maar doordat de vier boeken op andere punten de nadruk leggen vullen ze elkaar perfect aan, zowel in het geven van een compleet beeld als in betrouwbaarheid.

En dat spreekt mij zo enorm aan in hoe God de bijbel heeft laten samen stellen. Niet alleen heeft Hij er voor gezorgd dat de verhalen toegankelijk zijn voor ons “+21-ste eeuwers”: mensen van deze tijd, als voor de “-21 ste eeuwers”: de tijd genoten van de aartsvaders, van alle mensen voor hen en alle mensen dien nog na ons komen. Maar ook heeft God er voor gezorgd dat de bijbel het betrouwbaarste geschiedkundige geschrift is dat er bestaat. Ongelofelijk veel betrouwbaarder dan alle geschriften van vergelijkbare leeftijd. Verstand en gevoel gaan bij mij in het geloof samen. “Heb de Here lief met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand”. Je gevoel en je enthousiasme laten het in het geloof nogal eens afweten. God lijkt nogal eens ver weg. Je bent wel eens moe en niet zo gemotiveerd. Dan is het goed om met je verstand jezelf bij je “lurven en kladden” te pakken en tegen jezelf te zeggen: “kijk eens op dat en dat vlak is het Christendom nu een maal de meest waarschijnlijke religie en op die en die momenten was God toch ook duidelijk aanwezig. Dus weg met die twijfel en gaan!”.

Met vriendelijke groet,
Martien van den Akker


Gezocht: ambachtslieden!

God heeft bruggenbouwers nodig,
mensen die dat werk verstaan!
Diploma’s vindt Hij niet nodig,
Hij vraagt enkel: wie kan deze opdracht aan?

Wat God zoekt zijn ambachtslieden,
ongeacht rang, ras, huidkleur, geloof of stand.
Wie wil hem zijn inzet bieden,
bruggen slaan naar de overkant?

God zoekt naar de juiste mensen,
die met liefde zijn begaan,
om gezamenlijk naar zijn wensen
nieuwe bruggen te gaan slaan.

In het plan, dat Hij eens maakte,
ging veel van zijn werk te niet,
menig bruggehoofd, dat kraakte,
stortte in, tot Gods verdriet.

Wie wil helpen te herstellen
wat er is teniet gedaan?
God zal elk van vertellen
hoe hij te werk moet gaan.

God heeft in zijn plan voor ogen:
bruggen, vast en goed gehecht,
met veel spankracht in hun bogen,
zijn bestek ons voorgelegd.

Nieuwe bruggen wil Hij bouwen,
maar God wil dat niet alleen.
Hij roept mannen en vrouwen
met veel geduld, liefde en inzicht om zich heen.

Want de brug naar de overzijde
moet de sterke stroom weerstaan,
waarvoor Hij de pijlers heide,
breed en sterk om overheen te gaan.

“t Moet een brug zijn van vertrouwen,
een die alle stormen kan doorstaan.
Wie helpt met zo’n brug te bouwen,
die vast overeind blijft staan?

Wie durft die opdracht te aanvaarden:
de brug te bouwen, die God vraagt,
een brug, gebouwd op deze waarden:
die geloof, hoop en liefde draagt?

Dit heb ik gelezen in de Westlandse Kerkbode van 18-02-2000

I Don't do ...

One of our students received an appointment from a bishop, and the student did not feel the placement exactly suited his abilities.

I overheard him complaining about it to another student, and then the other student said, "You know, the world's a better place because Michelangelo did not say, 'I don't do ceilings'.

Her comment stopped me dead in my tracks. I had to admit she was right. If you and I are going to be faithful to the ministry God is calling us to, then we had better understand that. I reflected on the attitudes of key people throughout the Scriptures and the history of the church.

The world's a better place because a German monk named Martin Luther did not say, "I don't do doors."
The world's a better place because an Oxford don named John Wesley didn't say, "I don't do preaching in fields."
The world's a better place because Moses didn't say, "I don't do Pharaohs or mass migrations."
The world's a better place because Noah didn't say, "I don't do arks and animals."
The world's a better place because Rahab didn't say, "I don't do enemy spies."
The world's a better place because Ruth didn't say, "I don't do mothers-in-law."
The world's a better place because Samuel didn't say, "I don't do mornings."
The world's a better place because David didn't say, "I don't do giants."
The world's a better place because Peter didn't say, "I don't do Gentiles."
The world's a better place because John didn't say, "I don't do deserts."
The world's a better place because Mary didn't say, "I don't do virgin births."
The world's a better place because Paul didn't say, "I don't do correspondence."
The world's a better place because Mary Magdalene didn't say, "I don't do feet."
The world's a better place because Jesus didn't say, "I don't do crosses."
And the world will be a better place only if you and I don't say, "I don't do ..."

- Leonard Sweet

United Theological Seminary
Dayton, Ohio

Broeders

We zullen pas broederlijk delen
als we in staat zijn broederlijk te leven

Je bent mijn broeder niet
als je alleen maar je overvloed geeft
en ik nergens je hart voel kloppen,
als ik in je gave geen vriendschap vind.

Je bent mijn broeder niet
als je van mij niets verwacht
en ik je niets geven mag.

Je bent mijn broeder niet
Als je denkt
dat ik arm ben,
omdat ik dingen niet heb die jij hebt.
Als je denkt
dat ik lui ben,
omdat ik jouw tempo niet volg.
Als je denkt
dat ik gekluisterd lig,
omdat jij je eigen ketens niet ziet.

Als je denkt
dat ik onderontwikkeld ben,
omdat ik jouw diploma’s niet heb.
Je kunt alleen mijn broeder zijn,
als ik je vader, je moeder, je kind, je broer
en je zuster mag zijn.
Als ik je familie mag zijn!

Herkomst mij onbekend

1993-01: Stop Aids, Blijf Trouw!

Deze titel kreeg ik onder ogen in het blad 'Schreeuw om het Leven' dat ik in handen kreeg. Het verwoort aardig de tegen­strijdigheid die tegenwoordig in de maatschappij heerst. Er wordt hevig campagne gevoerd tegen aids. Dit wordt vooral gedaan door reclame te maken voor veilige sex. In feite bevordert deze reclame wel de visie voor Vrije veilige sex. Of wel, ordinair gezegd: "Ga vooral met diegene naar bed die je begeert, maar doe het dan wel veilig".
Aids (en andere sexueel overdraagbare aandoeningen) preventie staat bovenaan, in een maatschappij waarin de het aantal echtscheidingen het aantal huwelijk-afsluitingen dreigt te overschaduwen, waarin samenwonen een logisch gevolg op het aantal echtscheigingen is en waarin vrije sex gepropageerd wordt.

Genesis blijft ook in deze tijd een inspirerend boek. Vooral de tekst die gaat over de Huwelijks-inzetting door God houdt mij bezig: 'Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en zij zullen tot één vlees zijn. (Gen. 2: 24)'
Blijkbaar is dit voor God de definitie van een huwelijk: Een man gaat zijn vrouw aanhangen, bij zijn vrouw wonen. En een uiterlijke kenmerk is dat zij tot een vlees zullen zijn. Dit laatste is een gave, een recht voor het huwelijk. Het bij elkaar wonen ook, maar de daaruit voortvloeiende verantwoorde­lijkheid voor elkaar is een plicht. Wanneer je de rechten van het huwelijk opneemt, neem je automatisch ook de plichten van het huwelijk op. Dus als je gemeenschap hebt met elkaar, neem je feitelijk ook de verantwoordelijkheid voor elkaar op. In feite zou je kunnen zeggen dat je dan, voor Gods ogen, ge­trouwd bent. Toen er nog geen burgelijke stand was en ook geen kerk is dit het voltrekken van het huwelijk: het opnemen van de rechten en de plichten.
Wij mensen moeten elkaar altijd met contracten ergens aanhou­den. Daarom leggen wij het huwelijk op papier vast, zodat we elkaar daaraan kunnen houden. Dit geeft dan juridische ver­plichtingen, wanneer dat huwelijk ontbonden zou worden.

Mensen gaan tegenwoordig daarom eerder samenwonen, omdat ze het huwelijk kunnen 'uitproberen', omdat ze geen geld hebben voor een bruiloft, of misschien om andere redenen. Wanneer het niet blijkt te werken, kunnen ze uit elkaar gaan zonder dat de een de ander op plichten kan wijzen, want die staan immers niet op papier. Men heeft toch niets getekend? Echter voor God zijn ze getrouwd op het moment dat ze de rechten en de plich­ten opnamen. Als ze uit elkaar gaan plegen ze voor God dus echtbreuk.

In 2 Tim. 3 zegt Paulus dat een ouderling of diaken een man van één vrouw moet zijn. Je zou vlug kunnen concluderen dat hij dan niet homosexueel mag zijn. Dit is een wat al te vlugge conclusie (hoewel niet direct verkeerd). Even later zegt Paulus namelijk dat de oudste zijn huis goed moet kunnen bestieren. Hoe kan hij anders de gemeente goed besturen? In het licht van het hier boven staande zou je kunnen een ouder­ling kunnen bedenken die netjes volgens de wet getrouwd is, maar zijn heil zoekt bij een tweede vrouw. Met die tweede vrouw is hij voor de wet dan niet getrouwd, maar vanwege de rechten die hij opneemt wel voor God. Zo iemand kan zijn verantwoordelijkheden niet dragen. Immers hij neemt rechten op bij twee vrouwen, terwijl hij bij maar een vrouw de plichten opneemt. Ook bedriegt hij een vrouw.

Het is al te makkelijk gezegd dat AIDS e.d. een straf van God is. Dit is denk ik ook niet zo. Toch is het natuurlijk niet voor niets dat God zo veel waarde hecht aan het huwelijk tussen man en vrouw. Hij waarschuwt niet voor niets tegen echtscheiding. Hij verafschuwt niet voor niets hoererij etc.

Net als dat Hij voorspelt had dat de mens zou sterven wanneer hij van de "boom van de kennis van Goed en Kwaad" zou eten, zo weet Hij als geen ander de gevolgen van andere zonden waar Hij voor waarschuwt.

Natuurlijk, het gaat wel eens mis bij een huwelijk. Een vrouw trouwt met een man die niet bij haar past, het huwelijk loopt stuk. Ook worden vrouwen tot gemeenschap gedwongen. We leven in een gebroken wereld. Het vraagstuk wordt daarom niet direct opgelost door je te houden aan de regels in de bijbel. Maar dit wordt nog minder opgelost door de vrij veilig campagnes.
De regels van de bijbel zijn om ons te binden, maar juist om te bevrijden. Om ons een hoop leed te besparen.

Laten we daarom genieten van de gaven van God zoals Hij ze ook bedoeld heeft.

Martien v.d. Akker.

PS. ook uit de oude doos, januari 1993