Tuesday, July 1, 2008

Doortocht

Er zat aan de Noorderwierweg eens een jongen in een portiek Bijbel te lezen. Op het moment dat er een man langs kwam, riep de jongen het uit: ‘Het is geweldig, fantastisch! Niet te geloven!’. De man liep er op af en vroeg: ‘Wat is er zo geweldig?’. ‘Nou, ‘, zegt de jongen, ‘ik lees hier in de bijbel het verhaal van Mozes en het volk Israël, dat voor de over van de schelfzee staat. En Mozes steekt dan zijn staf uit en dan laat de God van Israël zomaar het water uitelkaar splijten en loopt het volk zo droog naar de overkant! Da’s toch geweldig?’ De man schudde zijn hoofd en zei: ‘Jongen, de bijbel is een oud boek. Dat moet je symbolisch zien. Er stond die dag een sterke oostenwind en eigenlijk stond er maar zo’n laagje water!’ (En gaf met duim en wijs vinger ongeveer 10 cm. aan). De man liep verder en de jongen las verder en de man was nog geen 50 meter verder of de jongen riep het weer uit: ‘Fantastisch, geweldig. Wat is die God van Israël goed, zeg!’. Gepikeerd liep de man terug en vroeg: ‘Wat is er dan nu zo goed’. De jongen vertelde: ‘Ik lees hier nu verder en die Israëlieten staan nu aan de overkant, terwijl de Egyptenaren aankomen. En dan laat die God van Israël al die Egyptenaren met hun paarden, allemaal verdrinken … in zo’n laagje water!’.

No comments: