“En arche èn ho logos kai ho logos èn pros ton theon kai theos èn ho Logos.”
De gymnasiasten onder ons herkennen dit natuurlijk meteen als een stukje Grieks. Voor een eenvoudige Havist als ik is het vrij nieuw. Ik ben er deze winter ben ik er voorzichtig mee begonnen. De ontdekking van wat er nu werkelijk staat maakt mij enthousiast. Als je in Engels-talige films en series focust op de ondertiteling dan mis je vaak veel taalgrappen. En zo ontdek ik dat de source-code van onze Bijbel een schat aan diepere gedachten herbergt. Die we missen als we ons uitsluitend op de ons ter beschikking staande vertalingen baseren.
Het bovenstaande stukje is ons in de NBV bekend als:
”1 In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God.
2 Het was in het begin bij God.”
De rechtgeaarde Gereformeerde zowel als de bijbelgetrouwe Evangelische, als ook de filosofische Refogelische als ik, herkent dit als Johannes 1. Een geweldig diepe tekst, die Johannes schreef om het evangelie van Jezus uit te dragen aan de Grieken.
Als ik een begin als boven lees dan vraag ik altijd meteen af: “welk begin”? Ik ben dan wel een Havist, ofwel iemand van de Havo, maar dan wel een Beta-man.
Waarom ik me afvraag om welk begin het gaat? Je denkt natuurlijk meteen aan de schepping, Genesis 1. Johannes begon hiermee echter zijn verhaal aan de Grieken. Zij kenden Genesis 1 niet. En hij moest hun taal spreken.
In de Griekse tekst staat er echter geen lidwoord. En als er geen lidwoord staat dan is het onbepaald en plaatsen we er in het Nederlands normaal gesproken ons onbepaald lidwoord tussen: “een”. We hebben het hier dus over “een begin”. En dat lijkt me voor de Grieken ook logischer.
Een ander stukje dat opvalt is “het Woord”. Beetje lastig in dit geval is dat in ons Nederlands “het Woord” onzijdig is. Terwijl Logos in het Grieks mannelijk is en wij meteen weten op Wie het slaat. Mijn “leraar Grieks” legde me uit dat Logos voor de Grieken een bekende Godheid was die alles beheerste en had gemaakt. Typisch, hè? Je moet de Logos dus niet verwarren met de onbekende god waar Paulus het over had toen hij in Athene was. Wij zien in de Logos meteen Jezus Christus die we kennen als Zoon van God maar ook als “uitvoerder/aannemer” in opdracht van de Vader, de “architect”. De Grieken kende Jezus Christus eigenlijk al nog voordat Johannes zijn evangelie schreef. Johannes sluit bij hun belevingswereld aan en zegt eigenlijk: “de Logos, die jullie al kennen, laat ik je daar eens wat meer van vertellen”. Dus je zou het eigenlijk onvertaald moeten laten: “In een begin was de Logos”.
Jezus was bij God. Da’s denk ik waar. Toch is daar niet alles mee gezegd. Want wat heb je aan die informatie? Wat was hun onderlinge verhouding dan? Het Grieks kent net als het Duits naamvallen. En het stukje Grieks: “kai ho logos en pros ton theon”: wordt vertaald ald “en het Woord was bij God”, alsof het in de derde naamval (datief) staat. En dat houdt een rust-situatie in. Maar het staat eigenlijk in de vierde naamval (accusatief), wat een actievere houding aangeeft. En dan betekent het “gericht zijn op”. De Logos was gericht op God. Dat is hun verhouding. Dat is de houding van Jezus naar God. Gericht zijn op God, op wat Zijn plannen zijn. Jezus is daar de uitvoerder van. De schepping, de komst naar de wereld (kosmos), zijn dood en opstanding, zijn hemelvaart en straks in de toekomende twee Wereldtijden (aionas) de voleiding.
Jezus was/is ook god. Er wordt daarmee uiteraard niet bedoeld dat het om een en dezelfde god gaat. Alsof Jezus en Vader een en dezelfde zijn. Voor de programmeurs onder ons: ze zijn van dezelfde Klasse, maar een verschillende Object Instantie. Voor de niet-programmeurs: van hetzelfde type, maar een ander voorkomen. Ze hebben allebei een andere positie. De Vader die alles bedenkt en opzet, de Zoon die gericht op de Vader, Zijn Wil en Raadsbesluit uitvoert.
Bij het “gericht zijn op” kun je denken aan Johannes 15: “de ware wijnstok”. Zoals wij aan de wijnstok moeten hangen om gevoed te worden, zo staat de wijnstok in de aarde. Maar volgens mij kun je ook zeggen dat als je gericht bent op iemand, dan zet je je in voor dat wat die voor die ander belangrijk is. Waar hij voor gaat, wat zijn doel is. Daar maak je je sterk voor.
Deze Logos, onze Here Jezus Christus, zegt in Openbaringen 22:13: Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde (“arche kai telos”). Dit vind ik zelf nog al erg kort door de bocht vertaald. Want zo staat het er wel erg binair of digitaal: als of er voor Jezus Christus niets was, en dat er eens een Einde komt waar na er niets meer is. Het begint ergens en het houdt ergens op. Maar ook hier staat er niet precies wat er vertaald is. Hier ontbreken in de grondtekst de lidwoorden:. Het woordje “arche” kan behalve een plaats of tijds-aanduiding ook “oorzaak” of “beginner” betekenen. Maar ook “voorgaan” of “aan het hoofd gaan” of zelfs “leiden/regeren”. Dus je zou ook kunnen zeggen dat Jezus hier zegt dat hij de “beginner’, “voorgaander” of zelfs “schepper” is. Jezus is niet zomaar een startpunt: Hij gaat voor, initieert, heeft het in zijn hand. Dan is het ineens niet meer zo binair.
En het woordje “telos” is niet zomaar “einde”, maar betekent meer “voleinding” of “doel”. Dus een einde dat je nastreeft, waar je naar toe werkt. En vandaar gaat het in die situatie verder. Jezus is die voleiding net als dat Hij die initiator is. En Hij volvoert het tot dat we in de voleiding zijn en vandaar verder mogen gaan. Het houdt dus niet op na het einde! En dus is het ook hier niet meer zo digitaal. Jezus werkt analoog aan de plannen van God naar een doel toe. Hij is de Initiator. En God die niet laat varen het werk van zijn Hand, gaat met Jezus door tot aan de voleinding. En dan draagt Jezus zijn Koningschap over aan de Vader, waarna God alles in allen zal zijn (1 Kor 15:28): een nieuw begin.
Laten wij net als Jezus gericht zijn op God, want Hij wil ook ons betrekken in zijn plan naar die voleinding. Hoe? Probeer dat maar eens met Hem uit te vinden.
No comments:
Post a Comment