Sunday, October 30, 2016

Geest en watervloed

In het begin schiep God de heml en de aarde. De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water.  God zei: 'Er moet licht komen.' en er was licht. (Gen. 1:1-3)

En zo begint de bijbel. Eeuwen van discussie over de interpretatie over Genesis 1. Moet je dit nu allemaal letterlijk lezen? Toen ik Technische Natuurkunde studeerde was ik er al wel uit: hoe je Genesis ook leest, het is geen technisch, natuurkundig verslag van hoe God de aarde heeft gemaakt. Het vertelt niets over het 'hoe'. Hoogstens over het 'dat'.  Sinds dit jaar heb ik de Naardense Bijbel en die maakt het wel heel duidelijk dat Genesis 1 een gedicht is. En dat gedicht is onderverdeeld in dagen. Moet je die als afzonderlijke, letterlijke, dagen van 24 uur beschouwen? Ga je gang. Maar dan ga je denk ik voorbij aan de suggestie dat het een gedicht is. Dan beschouw je het toch te veel als een feitelijk verslag. Ik denk overigens ook dat je de schoonheid van het verhaal mist.

Kijk nu eens naar het beeld dat in de eerste 3 versen wordt geschilderd. God schiep de hemel en de aarde. Het heelal, of de kosmos. Een woeste, donkere levensloze massa, water. En wat zweeft daar over? Inderdaad: Gods Geest. Is dat wat anders dan God zelf? Je zou denken dat het niet iets anders is. Teksten uit het tweede deel van de bijbel suggereren betrokkenheid van Jezus in de schepping. Maar voor nu hou ik het bij de betrokkenheid van God. Wat we hier zien is in elk geval:
  1. God
  2. Een aarde met een enorme massa water waar het een doodse bedoening is.
  3. Gods geest die daar over zweeft
En wat gebeurt daarna? Dan begint het eigenlijke scheppen. Hoe? Nou, volgens een gedicht dat is opgedeeld in een aantal coupletten. Hoe noem je die coupletten? Je zou ze naar de scheppingsdaden kunnen noemen. Maar als je op 6 scheppingscoupletten komt,  kun je die ook dagen noemen, die uitlopen op een feestdag. Kunstig toch?

Laten we eens een stukje vooruit spoelen. De mens loopt een tijdje op aarde rond, groeit uit tot een aantal volken en beginnen met elkaar te harrewarren. Uiteindelijk een hele sneue vertoning. Dus God bedenkt een plan voor het gezin van Noach en een verzameling koppels dieren.
En dan lees je in Gen. 7:17:
De vloed overstroomde de aarde veertig dagen lang. Het water steeg en de aarde werd opgetild, zodat hij van de aarde loskwam.

Nog een stukje verder:
Toen dacht God weer aan Noach en aan alle wilde dieren en het vee bij hem in de ark. Op zijn bevel begon er een wind over de aarde te waaien, waardoor het water afnam. De oervloed en de sluizen van de hemel werden gesloten zodat het ophield met regenen. Gen. 8:1-2.

 Wat lezen we hier? Weer de betrokkenheid van God in het verhaal. En een aarde die bedekt is met een (de?) oervloed aan water. Weer een doodse bedoening. Dit keer steekt er echter een wind op. Weliswaar in opdracht van God, toch? Maar toch een wind. Of...?

Een paar jaar geleden vertelde meneer Poeder mij dat hij hier over zat te tobben. Want hoe zat dat nu? Zelf vind ik het ook wel een raar verhaal. Want neem nu eens een bak met water en blaas eens flink aan een kant van de bak. Als je goed je best doet, kun je het je voorstellen dat het water zich gaat ophopen aan de andere kant van de bak waarbij het aan de kant waar je blaast minder wordt. Maar wat gebeurt er als je stopt met blazen? Dan stroomt het fijn weer terug. Er moet dus meer gebeuren.

Meneer Poeder vertelde mij dat er in het Hebreeuws voor het woordje 'wind' hetzelfde woordje staat als bij Gods 'geest' in Genesis 1, nl. 'Ruach'. Dus het is die scheppende Ruach kennelijk die ook in Genesis 8 betrokken is. Meneer Poeder kwam er op dat Je je dan wel kunt voorstellen dat die Ruach er voor zorgde dat de tectonische platen uit een dreven en daarmee ruimte maakte voor het wegvloeien van het water.

Maar deze week realiseerde ik me het volgende. Bedenk je nu nog eens de zetting  van Genesis 1:1-2
  1. God
  2. Een aarde met een enorme massa water waar het een doodse bedoening is.
  3. Gods geest Ruach die daar over zweeft
En Genesis 8:1-2
  1. God
  2. Een aarde met een enorme massa water waar het een doodse bedoening is.
  3. Gods 'wind' Ruach die daar over waait/zweeft
Het is gewoon een parallel verhaal! Genesis 8 begint gewoon exact hetzelfde als Genesis 1. Een fraai staaltje vertelkunst. God gaat kennelijk herscheppen in Genesis 8.

Deed Hij dat omdat het tussen Genesis 2 en 6 helemaal mis ging en Hij maar overnieuw moest beginnen? Ik geloof er geen sier van. Genesis 1 was geen miskleun. En de mensen die het tot aan Genesis 6 niet redden tot in de boot, zijn volgens mij niet verloren. Wat dan wel?

Ik denk dat juist die parallel hoop geeft. Namelijk dat God door Jezus de schepping en ons door de dood heen trekt. Dat Gods Ruach weer orde brengt in de ontstane chaos en herstellend opnieuw leven brengt. Merk ook op dat het niet om een andere aarde gaat. Noach en de zijnen herbevolkten dezelfde aarde als voor de vloed.
In Openbaringen krijg je het beeld van de glazen zee. Een zee die dus kennelijk glad is en zijn verzwelgende kracht kwijt is.

Ik besef dat ik hiermee niet het Noach verhaal heb opgelost. Maar ik werd zelf wel enthousiast van het idee dat er toch een pracht van een parallel ligt.

No comments: