Ik heb eens een verhaal gehoord en dat ongeveer ging zo.
Er was eens een wetenschapper, die een tot dan toe nog onontdekte stam ontdekte. Hij zat op een verhoging van waaruit hij de stam goed kon overzien. Hij liet zijn horloge vallen, die op een gegeven moment werd ontdekt door een stamlid. Deze had zoiets natuurlijk nog nooit gezien en ging er mee naar de medicijnman en de dorpsoudsten. Het ding werd onderzocht en bekeken. Ze vonden het een mooi ontwerp, degeen die het ding had gemaakt moest wel inzicht in schoonheid hebben. Verder was het erg wonderlijk, want het bewoog ook nog. De maker moest wel erg groot en verstandig zijn. Na een paar dagen ontdekten ze dat het ding ook wat te doen had met de zon en de maan, want de zon kwam op en ging onder bij bepaalde standen van de wijzers. Deze ontdekking gaf ze wel helemaal veel bewondering voor de maker. Het bijzondere in het hele verhaal was dat de mensen, die nog nooit het horloge hadden gezien, er geen moment van uit gingen dat het ding er zomaar plotseling bij toeval was. Het had echt een oorsprong bij een maker. Zo is het denk ik ook met de dingen om ons heen; met de mensen, de dieren, de bomen en planten. Dat kan toch niet allemaal toevallig ontstaan zijn. Romeinen 1:20 zegt, dat we alles van de onzichtbare schepper, vanaf de schepping, uit zijn daden met verstand kunnen doorzien.
No comments:
Post a Comment