Concordant
De Naardense Bijbel is wat je noemt 'Concordant vertaald'. Dat houdt in dat woorden zo veel mogelijk steeds hetzelfde vertaald worden. In elke taal kunnen woorden meerdere betekenissen hebben. Dat overlapt niet vanzelfsprekend. Voor bijvoorbeeld 'Liefde' heeft zowel het Grieks en het Hebreeuws verschillende woorden. Bij het vertalen kom je in het Nederlands steeds op hetzelfde woord uit. Andersom kan natuurlijk ook, woorden in het Hebreeuws die je in het Nederlands met verschillende woorden kunt vertalen. Je moet dan als vertaler uit de context zien op te maken wat dan de bedoelde betekenis is. En dan vertaal je het de ene keer zus en de andere keer zo. Wanneer je met een grotere groep mensen vertaalt, moet je dan vertaal regels opstellen. Het komt nog al eens voor dat men een woord een aantal keren met de ene betekenis vertaalt, en op een enkele andere plaats met een andere. Dat hoeft niet erg te zijn, als uit de context duidelijk is wat de betekenis moet zijn. Wanneer de tekst aangeeft dat iemand op een bank zit, dan is het duidelijk dat het om iets anders gaat dan wanneer iemand er geld vandaan haalt. Maar soms is de context er niet duidelijk over en dan moet je als vertaler keuzes maken. Concordant betekent dan dat de vertaler consequent is in de gemaakte keuzes.
Het komt nog al eens voor dat een vertaler op een specifieke plaats een andere keuze maakt, omdat het voor hem theologisch beter uit komt. Dat is kwalijk. Maar het kan ook zijn dat door niet consequent vertalen je poëtische woordspelingen mist. Tot zover de theorie.
Rood
In de Naardense Bijbel wordt wat betreft betekenis maar ook wat betreft zinsbouw en tekstopbouw geprobeerd dicht bij de oorsprong te blijven. Dat geeft een aparte poëtische ervaring. Daar waar de poëtische achtergrond van woordkeuze in het Nederlands niet is over te brengen wordt dat met voetnoten aangegeven. Of door toevoegingen in de tekst. Zo lees je in Genesis steeds over de
'-rode- mens' en '
-rode- grond'. Het gaat hier dan om een woordspeling tussen de woorden 'adam' (mens), 'adama' (grond, bodem) en 'dam' (bloed). Hiermee wordt een verband aangeduid tussen de rood-bloedige mens, en de grond die door ijzeroxide rood is (denk aan bijvoorbeeld de kliffen van Engeland bij Dawlish) en bloed dat ook door het ijzerhoudende hemoglobine rood is.
Wanneer je dat door hebt, dan levert dat een fascinerend woordenspel op. Zo lees je dan in Genesis 2:5,6 en 7: '... want de Ene, God, heeft het nog niet doen regenen over het land en er is géén
- rode- mensheid om de
-rode- grond te dienen. Maar een damp klimt op van het land, en het heeft doordrenkt heel het aanschijn van de -
rode- grond. Dan formeert de Ene, God, de
-rode- mens, van stof uit de
-rode- grond en blaast in zijn neusgaten ademhaling van leven; zo wordt de -
rode- mens tot levende ziel.' De samenhang tussen mensen, aarde en leven komt zo sterk naar voren.
En dan lees je vervolgens in Genesis 4 van een Kaïn die 'dienaar van de
-rode- grond' is geworden en van de vrucht van die '
-rode- grond' als broodgift opdraagt aan God. Vervolgens weten we van zijn moord op zijn broer Abel. Maar door deze woordspeling tussen mens, bloed en grond komt het vervolg van het verhaal wel op een bijzondere manier 'tot leven'. Want in vers 10 en verder lezen we dan: 'Hij zegt: wát heb je gedaan! een stem! - stromen bloed van je broeder schreeuwen mij toe van de
-rode- grond! Nu dan vervloekt jij, weg van de
-rode- grond die haar mond moest opensperren om de stromen bloed van je broeder op te nemen uit jouw hand; ...'
We komen voort uit de aarde, we zijn er uit geformeerd en vergoten bloed sijpelt er weer in terug. In het Hebreeuws moet het een heel poëtisch gebeuren zijn, dat voel je wel.
Naakt
Maar die naakte mens dan? In de NBV lezen we in Genesis 2:25 en 3:1: 'Beiden waren ze naakt, de mens en zijn vrouw, maar ze schaamden zich niet voor elkaar. Van alle in het wild levende dieren die God, de Heer, gemaakt had was de slang het sluwst.' Hier valt je eigenlijk niets aan op, toch? Behalve dan dat ze naakt waren en daar kennelijk geen probleem mee hadden. En dat de twee verzen twee los van elkaar staande opmerkingen lijken te zijn. Vers 25 lijkt ook los te staan van vers 24.
Maar lees je hetzelfde in de Naardense Bijbel dan lees je: 'Ze zijn, zij tweeën,
naakt, de mens en zijn vrouw; en zij schamen zich niet. Maar de slang is
naakter geweest dan alle wild leven van het veld, dat de Ene, God, heeft gemaakt;' Hier valt in eens op dat 3:1 direct met 2:25 samenhangt. Zo zelfs dat je eigenlijk zou verwachten dat de hoofdstuk scheiding een vers eerder zou hebben moeten plaatsvinden!
Nu blijkt, volgens de Naardense Bijbel, dat het woord naakt en naakter ook de betekenis van 'ongekleed' en 'uitgekleder' (in de zin van sluwer). kan hebben. Misschien zou je kunnen zeggen 'onbedekt van lichaam' en 'onbedekt van geest'. Misschien is de mens in 2:25 wel 'onbedekt van lichaam' maar nog niet 'onbedekt van verstand'. We kennen het vervolg waarin de vrouw door de slang wordt verleid tot het eten van de vrucht van de 'boom der kennis van goed en kwaad' en haar man er ook van te eten geeft. Waarna ze in eens merken dat ze naakt zijn en een gordels van loof van een vijg maken om zich te bedekken.
Wanneer je dan zo
concordant met het woord naakt omgaat, is het vervolg boeiend. Want dan lees je in 3:9-11: 'Dan roept de Ene, God, tot de
-rode- mens en zegt tot hem: waar ben je? En hij zegt: uw stem heb ik gehoord in de hof, en ik werd bevreesd, omdat ik naakt ben, en verschool mij! En hij zegt: wie heeft aan jou gemeld dat je naakt bent, jij?'
Wanneer je het woord
naakt laat staan, kunt hier heel mooi die twee betekenissen door elkaar laten lopen. Want naast lichamelijk naakt, zijn Adam en Eva kennelijk ook verstandelijk onbedekt geworden. Ze hebben kennis verkregen over goed en kwaad. Ze zijn zo je wilt sluwer, of 'meer wetend' geworden. Ook in de bekentenis van Adam 'omdat ik naakt ben', hoeft het dan niet direct te gaan om het lichamelijke, maar juist ook om het verstand. Die naaktheid wordt over het algemeen ook negatief gelezen. We hadden immers niet van die boom moet hebben eten. Of zoals Pater Moeskroen zingt in 'Ode aan de banaan': "Was die appel een banaan geweest, dan was het nu nog altijd feest!'. Maar ik vraag me stiekem af of die verstandelijke naaktheid niet de bedoeling van God is geweest. Het brengt immers kennis van goed en kwaad. En door de bijbel heen lees je (als het goed is) een ontwikkeling in inzicht van goed en kwaad, weliswaar met ups en downs.
Je hoort nog wel eens van mensen dat ze de bijbel barbaars vinden. En dan duidend op de verhalen in het oude testament. Nu zijn die verhalen dat ook, maar in die tijd waren ze steeds een behoorlijke stap voorwaarts. Wij vinden ze nu barbaars, omdat wij ook verder zijn ontwikkeld in onze cultuur. Al blijven zo veel mensen ook wel hangen of gaan op basis van een lineaire lezing van de Bijbel en/of Koran juist terug naar die culturele oudheid.
Maar gemiddeld genomen zou je dus kunnen zeggen dat we ondanks onze mode, onze moderne kleding, door de eeuwen heen
verstandelijk steeds
naakter zijn geworden. En gelukkig maar. Want zo hebben we (over het algemeen) de slavernij al lang afgeschaft en kunnen we tegenwoordig onze homoseksuele medemens omarmen. Kunnen we genieten van anders kleurige mensen.
Laten we uitkijken dat we als mensheid die naaktheid niet verliezen. Ik ga voor verstandelijk nudisme...