Saturday, September 24, 2011

Skogstårta in mijn Dutch Oven

Vorige week kreeg ik voor onze trouw dag een Dutch oven. Wilde ik al zo lang hebben. Vandaag was het heerlijk weer en heb ik hem eens uitgeprobeerd met een echte Skogstårta. Zo lekker. Eigenlijk een omgekeerde appeltaart met zwarte bessen en een bodem van verkruimelde buscuits met melk en ei.


Verlekker je maar eens aan de foto's:
 De appels even aanzetten.
 Lekker pruttelende appeltjes...
 Het deksel heeft een opstaande rand. Daar kunnen ook kooltjes in voor het van boven verwarmen.
 Besjes er bij.
 En dan het buscuit-melk-ei mengsel er overheen en dan met deksel en kooltjes een half uurtje afbakken.
En dit is het resultaat.

Kwasten

Sinds begin dit jaar ben ik enthousiast over Rob Bell. Niet om de man nu op een voetstuk te plaatsen, maar om de creatieve manier waarop hij onderwerpen behandeld die mij aanspreken. Rob is een Amerikaanse pastor die ook een creatief schrijver is van boeken als “Jesus wants to save Christians”, “Velvet Elvis” en “Love wins”. Een, wat mij betreft, geweldig boek die handelt over “Hemel en Hel en het lot van ieder persoon die ooit leefde”. Wat mij erg aanspreekt is dat hij de bijbelse thema’s en de verhalen in de bijbel probeert te bekijken vanuit de tijd waarin het geschreven is. Brian McLaren noemt dit het verschil tussen “Forward Reading” (vooruit lezen) en “Backward Reading” (terug lezen). Met “Backward Reading” bedoelt hij dat je de bijbel lees, staande op de schouders van of kijkend door de bril van je dominee, je kringleider, Luther, Calvijn, Augustinus, etc. De kerkleiders door de eeuwen heen. Maar ook vanuit onze 21ste eeuwse situatie. Bij “Forward Reading” begin je vooraan bij het begin en lees je vanuit de Joodse wortels van de bijbel. En de situatie van de tijd dat het verhaal zich afspeelt. Zo is het Nieuwe Testament volledig gesitueerd in de 1e eeuw van onze jaartelling. Een nogal vijandige omgeving door de overheersing van de Romeinen. Waarbij de religieuze leiders zich voorstaan op hun afkomst. En er groeperingen zijn die zich afzetten tegen de Romeinse overheersing. Termen als “Jezus is Heer”, “Jezus de verlosser”, “Jezus, Zoon van God” kun je ook terug voeren op de Romeinse overheersing. Waar de Keizer zich zelf als zoon van god/goden ziet, om de mensen te verlossen en te verzorgen. Via geweld, dat dan weer wel.
Een “studie-techniek“ die Rob hanteert is de techniek van het “eerste voorkomen”. Bijvoorbeeld in het boek van Johannes zie je dat terug. Johannes heeft daarin veel “verborgen boodschappen” gezet, hints naar eerdere bijbel-verhalen. Zo is het aardig om te lezen in Johannes 20 dat Maria Jezus na zijn opstanding niet meteen herkende. Na het bezoek van het lege graf zag ze hem voor de tuinman aan. Tuinman: “hmmm.”. Waar was het graf ook al weer? Inderdaad, in een tuin. En waar vinden we de eerste tuin in de bijbel? Ja, genesis 1,2. En wie was daar de “tuinman”? De implicaties volgen dan op elkaar. Johannes plaatst hier Jezus als 2e Adam: Zoon van de Mens.

Een ander verhaal waar Rob mee kwam, waar ik aangesproken werd gaat over “Kwasten”. Het woord daarvoor is “Tzitzit”. (Ik neem het van hem aan, aangezien ik geen Hebreeuws ken). Het komt voor het eerst voor in Numeri. Waar Mozes van God de opdracht krijgt dat de Israëlieten kwasten met een blauwe draad aan de hoeken van hun kleden moesten maken. Dit om ze er aan te laten herinneren om de geboden te bewaren. Zo worden ze er visueel aan herinnerd te leven zoals God ze bedoeld had.
Het hebreeuwse woord voor hoeken is “kanaf”. Tot op vandaag dragen veel Joden een gebedskleed om hier aan te voldoen. Dat gebedskleed komt op veel plaatsen in de bijbel terug. Zo sneed David in de spelonk een stuk van het kleed van Saul. Een belangrijke plaats waar het terug komt is Maleachi 3:20 (in andere vertalingen 4:2). Alleen daar wordt “Kanaf” vertaald als “Vleugels”. Maleachi schrijft “De zon der gerechtigheid heeft genezing in zijn vleugels”. Op zichzelf lijkt het een vage profetie, maar als je dit weet, dan wordt het interessant. Want wanneer komt het daarna terug? In Lucas 8 lezen we over een vrouw die al 12 jaar last van bloedvloeiingen heeft. En er was niemand die haar kon genezen. Haar hele vermogen had ze er aan gespendeerd. Jezus was een rabbi in de eerste eeuw van Christus, die zich netjes aan de Thora hield. Dus hij zal ook zo’n gebedskleed hebben gehad. Hij zal het ook in zijn onderwijs hebben gebruikt. Toen Hij het had over het naar “je binnenste gaan om te bidden” (Matt 6:6) doelde hij vermoedelijk op het gebruik om de gebeds-sjawl over het hoofd en handen te vouwen om te bidden. Deze dame greep de hoek van Zijn kleed vast en meteen hield het vloeien op. Een prachtig verhaal voor in de bijbelklas. Maar tot voor kort voor mij niet veel meer dan dat. Maar koppel je het aan Maleachi dan komt er een nieuwe laag in het verhaal vrij. Deze vrouw kende haar “bijbel”. Niet alleen de Thora (die er vanaf 6 jaar bij alle kinderen “geïmpregneerd” werd), maar ook de profeten. En niet alleen kende ze dus de profetie en niet alleen geloofde ze dat Jezus een bijzonder man was die mensen kon genezen. Ze erkende dat Hij de “Zoon der gerechtigheid was”. Het is zowel een vervulling van een profetie als ook een erkenning van Jezus als de Messias.
Als reactie wenste Jezus haar vrede. Vrede duidt op het Hebreeuwse Shaloom, dat veel meer betekent dan geen conflicten of strijd te hebben. Het duidt op de tegenwoordigheid van de goedheid van God. Hij zegent haar met de tegenwoordigheid van God over haar geheel. Het gaat om het compleet zijn van heel haar wezen. Niet alleen haar lichaam. Bij Jezus gaat het niet om het redden van alleen ons lichaam of onze ziel. Maar dat we met heel ons zijn, ons lichaam, geest, gedachten in harmonie met God en met elkaar leven. En dat is letterlijk Hemel op aarde brengen.
Vrede zij met jou.