Monday, August 11, 2008

God’s Kroonjuwelen

In mijn koffiebartijd dacht ik eens na over waarom ik Christen ben. Over wat mijn motivatie is om in Jezus te geloven. Is dat om in de hemel te komen? Is dat mijn doel? Ik vond dat nogal beperkt of, kort door de bocht, egoïstisch misschien zelfs.

Laatst vroeg ik deze vraag op catechisatie eens andersom: “Hoe kom je in de hemel?”. Het antwoord was: “Door in Jezus te geloven, dat Hij voor je zonden gestorven is”. En ik vraag me dan af: “Is dat nu het enige?”. Begrijp mij goed: er is maar één manier om tot God te komen en dat is door Jezus. Ik ga hier niet beweren dat er een andere manier is om gered te worden.

Soms hoor je wel eens dat een vrouw van laten we zeggen 23 jaar, een rijke stinkerd trouwt van zo’n 53 jaar. Zo’n kerel die haar vader had kunnen zijn. Van die kerel zeg je dat hij het goed voor elkaar heeft. Van die dame zeg je dan dat ze hem om zijn geld trouwt. Daar zit met mijn vraagstelling misschien wel de crux. Waar gaat het ons om bij God? Gaat het ons om God of om wat Hij ons geeft: het eeuwige leven?

Ik kwam destijds tot de conclusie dat het in “de hemel-komen” voor mij te weinig is. Ik had de neiging om het om te draaien: God is het zelf waard om voor te gaan! Een relatie met Jezus heeft zin, toegevoegde waarde, voor dit leven. En als ik daar dan nog een volgend leven bij krijg dan is dat mooi, maar dan wel in relatie met Hem. En dan kom ik dus eigenlijk uit op Psalm 84:

10 God, ons schild, zie naar ons om,

sla goedgunstig het oog op uw gezalfde.

11 Beter één dag in uw voorhoven

dan duizend dagen daarbuiten,

beter op de drempel van Gods huis

dan wonen in de tenten der goddelozen.

Want al zou je een eeuwig leven in een hemel-soortig verblijf hebben, wat zou dat als het zonder God is? Andersom al zou je een eeuwig leven in de hemel hebben, maar je hebt geen relatie met God hoe zou je daar dan kunnen verblijven? Dan lijk ik te neigen naar het min of meer Arminiaanse Eindtijd beeld dat ik vroeger had. Namelijk dat als je in dit leven niet met God kunt of wilt leven, hoe zou je dat dan in een volgend leven kunnen? Dan kan dat volgende leven er misschien maar beter niet zijn. Oh, wat zeg ik nou?

Maar gelukkig staat in Johannes 3:

14 De Mensenzoon moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhooggeheven heeft, 15 opdat iedereen die gelooft, in hem eeuwig leven heeft. 16 Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. 17 God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door hem te redden.

Nu moet ik zeggen dat het hier volgens mij niet helemaal optimaal is vertaald. Zo wordt hier gesproken over de wereld. Daar gaat iets negatiefs vanuit. Dat verwijst naar de ellende die wij er van gemaakt heeft. Het boze dat wordt geregeerd door de Satan. Maar het grondwoord is Kosmos. En kosmos betekent oorspronkelijk ook “Sieraad”. Ons woord “cosmetica” komt daar ook vandaan. En een Sieraad is iets moois, iets dierbaars. En wat is dat van God? Is dat de narigheid van deze wereld? Zijn alleen wij mensen dat? Volgens mij is Gods sieraad de hele schepping. Hij wil zijn geliefde schepping redden. En daar valt wel wat aan te redden en dat gaat denk ik verder dan alleen ons mensen. Wat ik bijvoorbeeld heel bijzonder vind is dat Johannes het in Openbaringen 21 heeft over een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Het woord voor nieuw daar (kainos) is gerelateerd aan het werkwoord voor vernieuwen (kainoöo), dus kun je ook zeggen: vernieuwde hemel en aarde. Misschien kun je het hier ook hebben over de “wederopstanding” van de hemel en aarde. Net als dat Jezus na zijn opstanding ook een nieuw/vernieuwd lichaam kreeg, maar nog steeds dezelfde is. Want als God nu zijn schepping wil redden, waarom dan het oude weggooien en een nieuwe maken? Waarom wacht Hij daar dan zolang mee en deed hij dat niet al veel eerder bij Noach, Abraham of Mozes? Ik denk dus dat Hij deze hemel en aarde vernieuwt, opkalefatert. En er valt zeker wel wat te repareren, schoon te maken en verspijkeren, maar dan heb je ook wat.


Maar het gaat niet alleen om de aarde: ook de hemel wordt genoemd. Dat vind ik opvallend, want daarbij hebben we toch het beeld van groene weiden, warme stranden, mooie bomen en liefelijke muziek (bijvoorkeur iets van Jean Michel Jarre, the Art of Noise, Andreas Vollenweider of Mike Oldfield….)? Maar nee, blijkbaar is de hemel ook aan metamorfose toe, nieuwe kleurtjes en/of een herindeling. Ik weet niet of het er wat mee te maken heeft, maar waren de Satan en zijn kornuiten niet opstandige engelen die uit de hemelse gewesten zijn verwijderd? Zouden die nog rommel hebben achter gelaten?

Kortom de hele schepping is aan een vernieuwing toe. Dat lijkt me ook wel duidelijk als je in de wereld om je heen kijkt en bijvoorbeeld zo’n stormachtige dag als afgelopen donderdag (18 januari 2006) mee maakt.

De schepping, dat omvat de hemel en de aarde, de bloemen en de planten, de dieren en natuurlijk de mens, die we beschouwen als de kroon op de schepping. Maar hoewel die mens speciaal is voor God, reikt zijn verzoenende werk verder.

Dat woordje ‘verzoening’ vind ik ook een sleutelwoord. Want op de bewuste catechisatieavond hadden we het over Zacheüs. En Zacheüs liet een ommezwaai zien. Jezus noemde hem en zijn huis in Lucas 19 “gered”:

9 Jezus zei tegen hem: ‘Vandaag is dit huis redding ten deel gevallen, want ook hij is een zoon van Abraham. 10 De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was.’

Ook hier staat dat Jezus gekomen is om het verlorene te redden. Dat verlorene wordt meestal op mensen teruggekoppeld en dat is niet onwaar, maar die beperking lees ik hier niet. Bij Zacheüs bleef het ook niet bij geloven. Hij liet zich verzoenen met Jezus en met God, hij kreeg een relatie. En vanuit die relatie, die verzoening veranderde hij zijn leven. Niet andersom. Het gaat Jezus en God de Vader volgens mij om die verzoening. Die verzoening met ons en met de rest van de schepping.

Tsja”, vraag je dan misschien: “en wat dan met diegenen die zich niet laten verzoenen?” Dan vraag ik me af: wanneer stopt Jezus met zoeken? Als Hij terug komt? Dat is wat de meeste Christenen geloven. Of zoekt Hij in de tijd van Openbaringen 21 en 22 verder?

Zijn kroonjuwelen zijn het Hem waard om een extra mijl te gaan, en nog een, en misschien wel nog een… Tot dat Hij net als de weduwe van de 10 penningen (waar ze vermoedelijk haar sluier mee versierd had) de laatste vermiste gevonden heeft.

Groet,
Martien

No comments: